New Gold Dream in de herkansing

Zelden baalde ik er zo van dat ik een tv-documentaire had gemist, (en via KPN terugkijken was geen optie), als de uitzending van Simple Minds: Everything Is Possible onlangs op de VRT. Wij Hollanders moeten wel vaker naar de Vlamingen uitwijken, willen we diepgravende programma’s, verstaanbare talkshows of echt iets bijzonders zien. Wat ik trouwens ook al jaren niet snap, is waarom er bij ons toch zoveel bagger op primetime uitgezonden wordt. De beste programma’s verschijnen pas tegen middernacht.

Afijn. Vanavond komt de herkansing! Vandaar deze tip van de dag:
NPO2, 22.45 – 00.20 uur in Het uur van de Wolf: Simple Minds: Everything Is Possible.
Gaat dat zien!

Van de weeromstuit doe ik gelijk een logje in de herhaling van 11 februari 2018.

Verlangen naar de jaren tachtig 2.0

Al de hele week zit New Gold Dream van Simple Minds in mijn hoofd. Eén van de meest iconische nummers uit de jaren tachtig, als je het mij vraagt. Een plaat die staat voor een gevoel van een komende omwenteling. Een jeugdige onbevangen positieve verwachting. Een verlangen naar nog te ontdekken horizonten, en meer van dergelijk lyrisch gedoe.

Steeds wanneer ik New Gold Dream hoor, bezorgt het me hartkloppingen. Letterlijk. Alsof je op zaterdagavond klaar staat om uit te gaan en uitkijkt naar wat komen gaat. Alleen de woorden New Gold Dream en de upbeat melodie zijn al genoeg.

Er staan perfect geremixte studio-opnamen van dit nummer op YouTube. Voor mij moet het echter een versie uit de jaren tachtig zijn. Compleet met lelijke jaren tachtig kleding, technodeuntjes, rommelige opnamen en gebrekkige geluidskwaliteit. Dat hoorde er namelijk ook bij in die tijd.

Lezingen geven, check

In films zie je weleens mensen die op latere leeftijd nog ontdekken dat ze over vaardigheden beschikken, waar ze al die jaren daarvoor geen weet van hebben gehad. Bij mij is er zoiets aan de hand. Op mijn zestigste (ja, ja, zo oud ben ik al) heb ik voor het eerst een lezing gegeven. Dat ging als vanzelf. Ik was vooraf ook niet eens nerveus. Gisteren volgde de tweede lezing en nu weet ik het zeker. Kennelijk ben ik een natuurtalent. Het enige wat telt, is dat ik een verhaal te vertellen heb.

Hoe groot is het contrast met een herinnering uit 2005. Toen werd er in een grote groep mensen rij na rij een microfoon doorgegeven en moest iedereen zijn of haar naam en functie vermelden. Hartkloppingen had ik. Daar had ik het gevoel dat ik door ‘echte’ deskundigen werd omringd.

Nu ben ik de enige die weet hoe het zit. En als ik iets niet weet, dan komt dat omdat het onderwerp geen onderdeel van mijn onderzoek is. Kwestie van goed afbakenen en focussen op wat binnen mijn interessegebied ligt.

Men zegt dat ik rustig en helder presenteer.
Nou ja, de mensen die naar mijn lezingen komen, luisteren ook gewoon.

Binnenkort zal ik door een stelletje pubers worden geïnterviewd voor een schoolproject.
Ben benieuwd wat er dan gebeurt.

Fotorechten rechtzetten

Van de vele functies die op mijn pad komen sinds ik boeken publiceer, is waakhond spelen de laatste die ik had voorzien. Dat zit zo. Op mijn projectwebsite en in mijn boeken staan foto’s die vrijwel allemaal uit archieven komen. Dat betekent dat het recht om deze foto’s te gebruiken goed geregeld moet zijn. Van de ruim 3,5 jaar aan onderzoek en schrijfwerk, heb ik zeker al drie maanden besteed aan het natrekken van en corresponderen over auteursrechten.

Je zou denken dat alles nu wel goed geregeld is. Ik bewaar alle correspondentie. Ik zet overal de naam van de fotograaf bij. Ik noteer van wie ik een foto krijg, enzovoort, et cetera. Het is een hele administratie.

En niet voor niets. Ik kom uit Leiden waar het regionale archief nogal wat gedoe met fotorechten heeft gehad. Bovendien lees ik het blog van Martine Bakx, dat vaak over processen en rechtszaken rond fotorechten gaat. Of liever, over bureaus die bij argeloze mensen flinke sommen claimen voor al dan niet onrechtmatig fotogebruik.

Toch ben ook ik misschien de mist ingegaan. De betreffende foto valt onder een speciale afspraak van Wikimedia, waarbij gebruik onder bepaalde voorwaarden kosteloos is toegestaan. Maar volgens de website van het archief dat de eigendomsrechten heeft, moet er wel voor worden betaald. Daarom heb ik het archief nu maar gemaild. Het betreft nota bene een afbeelding die pontificaal op de voorkaft van mijn boek prijkt.

Je zou denken dat dit meevalt. Een boek is nog geen internet, waar het soms helemaal uit de hand loopt. Maar dat is dan buiten ‘de anderen’ gerekend.

‘De anderen’, dat zijn mensen die zomaar, klakkeloos, zonder wat te vragen of te overleggen alles van je website halen wat hen belieft. En niet alleen van mijn website. Ook foto’s van persfotograven uit digitale krantenartikelen over mijn project worden achteloos gekopieerd en gebruikt.

Deze week kon ik ternauwernood voorkomen dat iemand aan de haal ging met die foto van Wikimedia. Idem dito met een foto van een persfotograaf van een regionale krant. Dit, terwijl ik juist weer met een journalist van diezelfde krant een interview heb gehad. De onrechtmatig overgenomen persfoto stond al op een flyer over mijn volgende lezing en de organisator was not amused toen ik hem terugfloot. En dan is er nog een militaire kaart, waarvoor ik speciaal in Canada toestemming heb gevraagd. Ben benieuwd hoe vaak die al is gedownload en geplakt.

Misschien hebben die claimbureaus toch nog niet genoeg gedaan.

Over houtkap en bewaren op papier

Met een mix van weemoed en spijtigheid passeer ik de stapels boomstammen naast het bospad. Er is in mijn nabije omgeving weer flink wat hout gekapt. Nooit zal ik de bossen hier meer in volle glorie zien. Want hoe lang duurt het wel niet voordat nieuw te planten zaailingen volgroeid zijn? Zestig jaar, zeventig? Ik maak dat, gezien mijn leeftijd, niet meer mee.

Met een mix van opluchting en tevredenheid heb ik het tweede deel over Arnhem gepubliceerd. De beschrijving van de geschiedenis die ik onderzoek, is nu voor driekwart voltooid. De grootste klus ligt achter mij; vanaf nu doe ik het rustiger aan. Het is een uitgave op papier, dus niet digitaal. Op papier blijft het resultaat vermoedelijk beter bewaard. Maar misschien is dat een illusie, want niets is voor de eeuwigheid gemaakt.

First believers en vrouwendag

Bij haar concert van een paar weken geleden deed Ilse DeLange eerst rustig aan. En ze praatte haar liedjes als geoefend entertainer vakkundig aan elkaar. Ilse is zo’n artieste die al jaren in het wereldje meedraait, maar die evengoed een lange weg heeft afgelegd om op het punt te komen waar zij nu staat. In Arnhem haalde zij oude herinneringen op aan een evenement in Veenendaal (of all places), waar een paar Amerikanen in de zaal zaten. Hoewel zij toen een beginnend artieste was, zagen zij iets in haar. First believers noemt zij zulke mensen. Deze mensen hebben al in een heel vroeg stadium door wat iemand kan.

Als een soort ideale girl nextdoor nam zij het publiek mee in haar show en optreden. Waarschijnlijk hoort dat erbij, als je eruit ziet zoals zij. Een tenger grietje, een leuk meisje. Of iemand die heel gewoon doet, we zijn hier tenslotte in Nederland. Dan speel je een rol, of meet je jezelf een houding aan die van je verwacht wordt.

Laat één ding duidelijk zijn: dit is een vakvrouw en ik kan haar muziek waarderen. Ik vermoed dat zij oprecht uitdraagt hoe zij zelf wil zijn.

Maar zij is een vrouw, dus kun je daar nooit helemaal zeker van zijn. We worden nu eenmaal geacht om rollen te spelen, willen we iets bereiken in de mannenwereld die sommige sectoren in onze samenleving nog steeds zijn.

Nu ik soms lezingen geef, voel ik mij ook een soort artieste. En nu ik boeken uitgeef, krijg ik soms te maken met het mannenbolwerk. Dus bepaal ik zelf welke rol ik wil spelen om datgene te bereiken wat ik gedaan wil krijgen. Dat is nu de stand op vrouwendag 2024.

Vlaamse gaai in het vriesvak

Er ligt een Vlaamse gaai in het vriesvak van mijn koelkast. Vorige week vloog hij keihard tegen mijn woonkamerraam aan en daarna stortte hij ter aarde neer. Het is zo’n levenssituatie waar geen handboek voor bestaat. Mijn indruk was dat zijn nek gebroken was, want het kopje hing er slap bij. Ik heb hem op het gras gelegd, daar waar zacht mos doorheen groeit. ‘Misschien is hij in shock en komt ‘ie nog bij.’, dacht ik. Maar hij bleef wel erg lang stil liggen. Er is al eens een merel tegen het raam gevlogen. Die heb ik begraven op een landgoed in de buurt.

Vlaamse gaaien vind ik mooi. Ze hebben iets weg van een Australische kookaburra. Die vogel is eveneens bruin met fel blauwe veertjes in zijn vleugels. Zelfs de manier van bewegen komt enigszins overeen. Als deze gaai nu toch dood zou zijn, zou ik hem kunnen laten opzetten. Een snelle blik op internet bood diverse mogelijkheden. Er wordt geadviseerd om een dier zolang in de vriezer te bewaren. Ik pakte de gaai op, maar voelde nog een flauwe warmte van zijn lijfje door de veren heen. Dus legde ik hem terug op het mos.

Een half uur later was hij merkbaar afgekoeld en toen heb ik hem hermetisch in twee lagen plastic verpakt. Nu ligt hij tussen de levensmiddelen in het vriesvak.

Dat lijkt wellicht vreemd, maar vlees is toch net zo goed een stuk dood dier.

Grip houden op eigen bestanden

Transitiemomenten zijn riskant. Een transitie is een overgang. Een structurele verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen. Tenminste, volgens Wikipedia. Natuurvolken geloven, geloof ik, dat er dan meerdere poorten tegelijk open gaan naar het … Ja, naar wat eigenlijk? Geen idee, de watten in mijn hoofd werken nu even niet mee.

Kort gezegd: er is weer een boek af. Dat omvat circa 35% van de tekst van ‘het tweede deel’. Dat deel heb ik gesplitst, omdat het met alle foto’s erin te dik zou gaan worden. De overige circa 65% is qua tekst ook al vrijwel klaar. Daar voeg ik de komende weken circa 175 afbeeldingen aan toe.

Heel mooi allemaal. Mijn bedoeling was om eerst een paar dagen lekker helemaal niets te doen en uitgebreid op de bank te gaan hangen. Maar daar dacht Microsoft kennelijk anders over. Want juist toen ik bezig was met bestanden ordenen en tijdelijke versies opschonen en mappen herinrichten en allerlei kleine details in tig documenten vast te leggen … besloot het systeem op OneDrive over te schakelen.

Zo maar hè, na een kleine update. Mij werd weer niets gevraagd. Met als gevolg dat allerlei documenten, die op mijn hoogstpersoonlijke laptop stonden, ineens meldden dat ze beveiligde versies waren, want in bestanden van internet kunnen virussen zitten, dus was het beter om die bestanden niet te bewerken. Huh? Pardon?!

Is er dan helemaal niemand daar bij de Europese Unie die tegen de Amerikanen zegt dat ze met hun *&@! van onze persoonlijke bestanden af moeten blijven? Dit zou China eens moeten proberen, of Rusland.

Dus ontstond er tijdelijk kortsluiting in mijn hoofd, want het gaat hier wel om de momenteel allerbelangrijkste documenten op mijn laptop.

Ben ik dan de enige die uit alle macht zijn/haar documenten koste wat het kost op de C-schijf wil blijven bewaren en opslaan? Gewoon, uit veiligheidsoverwegingen. Ze zouden daar bij de Europese Unie eens wat beter naar de NAVO moeten luisteren.