Je zal mij niet gauw horen mopperen over die coronamaatregelen. Ik heb mij voorgenomen om er zo min mogelijk over na te denken. Daarom laat ik alles tamelijk gelaten over mij heen komen. Ut mot maar. Zoiets. En die avondklok? Het zal wel. Ik ga toch zelden naar buiten als het koud en donker is. Bovendien zijn er wel ergere dingen in de wereld.
Trouwens, in mijn jeugd, ruim veertig jaar geleden, waren winkels en veel cafés op zondag ook gesloten. Je was al blij met een pakje sigaretten uit een gevelautomaat. Echt, ik heb barre tijden meegemaakt. Kan je na gaan welk effect dat op de ontwikkeling van mijn hersenen heeft gehad.
Maar er is één ding waar ik nu wel zeer naar verlang, en dat is de heropening van de restaurants. Ik zou bijna zeggen: zorg dat je wat gaat mankeren, zodat je naar het ziekenhuis mag. Want ziekenhuizen hebben restaurants. Vorige maand had ik mazzel, want toen had ik afspraken in het Radboud ziekenhuis. En je raadt het al, in het hoofdgebouw … hebben ze een zelfbedieningsrestaurant! Yes! Nou, dat was genieten, hoor.
Beeld je eens in. Bij het begin van het pad langs de zelfbedieningsbalie mag je zelf een dienblaadje pakken. Daarna loop je op je gemak langs al die vitrines met lekkere hapjes en andere dingen. Uiteindelijk reken je bij de kassa af. (Ik heb er een cappuccino en een saucijzenbroodje genomen. Dat weet ik nog precies.) Vervolgens wandel je met je dienblad naar het tafeltje waarop het serviesgoed en de servetjes liggen. Hier mag je ook weer zelf een selectie uit maken.
Uiteindelijk ben ik aan een tweepersoonstafeltje neergestreken met zicht op alle mensen die daar rondliepen. Echt, het gevoel dat zo’n restaurant je dan geeft. Het besef dat jij daar zit. Het was gewoon bijzonder. Wat had ik dát gemist.