Zwijgzame mensen

Gesloten, zwijgzame types moet je soms echt uit hun tent lokken om te weten wat er in hen omgaat. Oudere mannen zijn berucht in dit verband. Vrouwen hebben al snel de neiging om van alles te zoeken achter het stilzwijgen van hun partner. Terwijl hij dan gewoon denkt aan de reparatie van zijn fiets. Het wordt pas echt ingewikkeld als er iets speelt en de ander daar onduidelijk over is. Maar normaal gesproken mag iemand best even stil zijn, vind ik. Het is ook wel prettig als iemand eerst nadenkt voordat hij of zij wat zegt.

Iedereen is verschillend. Het komt deels door aangeleerd gedrag dat mensen hun gedachten niet uitspreken. Zo werd aan ouderen in hun jeugd verteld dat zij niet mochten ‘zeuren’. Sommige mensen zijn door ervaringen onzeker of wantrouwend geworden. Anderen kunnen de juiste woorden niet vinden. En je hebt mensen die juist wijzer zijn dan de spreker. In gezelschap van nadrukkelijk aanwezige types doen introverte mensen er liever het zwijgen toe.

Jongere generaties hebben beter geleerd om hun mening te verwoorden en assertief op te treden. Jeugdige onbevangenheid en onafhankelijkheid helpen daarbij. Maar je moet ook sociale intelligentie, flexibiliteit en persoonlijke bagage hebben om een goed gesprek te kunnen voeren. Psycholoog Daniel Goleman beschrijft sociale intelligentie als het vermogen om de motieven, emoties, intenties en acties van anderen te begrijpen en hun gedrag te beïnvloeden. Dat is een hele kunst op zich als je zo ver wil gaan.

Stille types zwijgen om verschillende redenen. Als zij kunnen luisteren, hebben zij echter wel sociaal goud in handen. Alleen al omdat luisteraars schaars zijn. Bovendien leer je weinig van tien keer hetzelfde verhaal vertellen. Je ontdekt des te meer als je luistert naar anderen.

(Dit logje uit juli 2014 is onlangs gewist bij de sloop van mijn blog. Het blijft relevant en daarom publiceer ik het opnieuw.)

Door framing mis je leuke dingen

Framing in positieve vorm van het Stille-Zuidzeelicht op een kaal station

Stephan Sanders rept in de Volkskrant over een identiteitenstrijd. Termen als ‘wit’ en ‘blank’ staan ter discussie, net zoals voormalige helden van de VOC. Stel, je schrijft dat een dronken Belgische man een Nederlandse vrouw aanrijdt. Dan is de vermelding van nationaliteiten overbodig. Benoem je ze toch, dan doe je aan framing. Daarmee plaats je alle Belgen in het verdachtenbankje. Vergis je niet. Met framing doen we zowel de ander als onszelf tekort.

Dat we een aantal zaken en termen grondig herzien, prima. Maar blijf even nadenken. Framing is van oorsprong een overlevingsstrategie. We schatten mensen bij een eerste kennismaking direct in: te vertrouwen of niet. Daarna vormen we ons snel een beeld van iemand: vriendelijk, dominant, passief, actief, enzovoort. Dan is dat alvast duidelijk en kunnen we verder. Een probleem is wel dat oude indrukken vrij hardnekkig blijven hangen. Zelfs al wijzen latere ervaringen bij nader inzien op iets anders.

Deze week had ik ontmoetingen met diverse onbekenden. Stuk voor stuk verrasten ze mij, bij nader inzien. Een gespierde militair bijvoorbeeld, met zo’n crew cut kapsel. Wat blijkt? Hij doet er ook ICT-werk voor schoonheidsspecialisten bij. Of een man uit de bouwsector. Die verzucht dat het zo’n ouderwets mannenbolwerk is. Hij wil graag parttime werken, maar daar begint zijn werkgever niet aan.

We zijn allemaal geïndoctrineerd door opvoeding, opleiding en oude ervaringen. Dat ‘allemaal’ betreft hier ook de andere partij. Stephan Sanders heeft een kleurtje. Voor hem is de zwart/wit-kwestie mogelijk wat gevoeliger dan voor mij. Maar ik heb in het buitenland evengoed met framing te maken. Vooral in armere landen. Hoe donkerder de bevolking, hoe sterker het speelt.

In Afrika is het moeilijk om met lokale inwoners gelijkwaardige vriendschappen op te bouwen. Tenzij ze een universitaire opleiding hebben genoten. Want ik ben wit, of blank zo je wilt. Een muzungu. De eerste barrière waar ik doorheen moet, is het beeld van een wandelende portemonnee. Het tweede beeld dat ik soms moet doorbreken, is dat ik geen mistress ben. In de betekenis van bazin. Alsof je het als blanke automatisch beter weet dan zij, en dus de leiding moet nemen. Geen van deze beelden doen recht aan mij. In Nederland poets ik gewoon zelf de wc.

Let wel, er zitten voordelen aan een white woman privilege. Deuren gaan letterlijk voor je open, terwijl die voor lokale inwoners gesloten blijven. Zoals de deuren naar een bar en het zwembad van een vijfsterrenhotel waar je zelf niet verblijft. Dat is wrang, maar nog tamelijk onschuldig. Het wordt een probleem als de plaatselijke bevolking hierdoor naast kansen grijpt. Zoals wanneer mensen geen nuttig netwerk kunnen opbouwen, puur door wie of wat ze zijn. Toch kent ook ons land barrières. Ik kom evenmin zomaar bij een Rotary Club binnen.

Het kan anders. Neem deze spontane ontmoeting in het Arnhemse alternatieve circuit. Een 18-jarige jongen met Antilliaanse gelaatstrekken zit aan tafel met een 35-jarige Marokkaan. Ze eten en ze drinken allebei bier (!) Ik ken hen niet en schuif met een vol bord aan. We praten over wat we doen. Daarbij denk ik aan werk, maar mogelijk hebben zij het over hobby’s. Dat blijft in het midden. De Antilliaan is voetballer. De Berber is hiphop danser. Als je zonder nadere omschrijving foto’s van deze twee krijgt, wie zie je dan aan voor hiphopper?

(Dit logje uit januari 2018 is onlangs bij de sloop van mijn blog gewist. Het blijft relevant, vind ik, en daarom publiceer ik het opnieuw.)

Liefde, angst en onverschilligheid

Misschien is het waar dat al onze handelingen voortkomen uit liefde en angst. Zit je goed in je vel, dan lacht de wereld je toe. Maar wil het niet, dan kan je overal spoken zien. Het gevolg is dat je dit uitstraalt en er naar handelt. Daarna reageert de omgeving weer op jouw warmte of terughoudendheid. Voordat je het weet, creëer je een self fulfilling prophecy.

Volgens mij is er nog een derde emotie leidend, namelijk onverschilligheid. De verzorgingsstaat werkt onverschilligheid in de hand. Mijn eigenwijze buurman kan gerust onverschillig doen tegen zijn buren en zijn kinderen. Omdat hij behoeftig is, helpt de WMO-medewerker hem toch wel.

Of bestaat onverschilligheid niet? Niet echt, bedoel ik.

‘Ik heb het niet gedaan’

Vergeet detective series, vergeet crime investigation scenes. Er is een andere cliffhanger die je echt moet zien. Zelden ben ik zo onder de indruk geweest van een reconstructie. Tijdens het filmen stond er voor alle betrokkenen veel op het spel. Dit gaat over Romano van der Dussen in Elena Lindemans’ documentaire Ik heb het niet gedaan. Romano zat 13 jaar onterecht vast in een Spaanse cel.

‘De onthutsende documentaire laat niet alleen zien hoe Romano – die slechts voor een deel is vrijgesproken – nog altijd vecht om zijn onschuld te bewijzen. De film toont ook aan hoe dun de lijn is tussen goed en kwaad, tussen recht en onrecht. Want ís Romano wel zo onschuldig als hij zegt te zijn?’ (BNNVARA.)

Je zal voortdurend heen en weer worden geslingerd, tussen wat gelogen is, en wat het ware verhaal. Je zal worden geconfronteerd met je eigen gedachten. Schat je alles wel goed in of niet? Kijk je naar een slachtoffer of naar een dader? Is er een verschil?

Al het vertrouwde jargon komt voorbij: ‘nu zouden ze het ADHD noemen’, ‘een moeilijke jeugd’. Shots van een ontmoeting met een makker uit het verleden. Het ruige leven staat op diens gelaat getekend. Ze hebben ‘een beetje kattenkwaad’ uitgehaald. Vergelijk dit met het eufemisme van de elite: ‘een dwaling’, over een rechterlijke uitspraak. En je zal je wederom afvragen af of er wel een verschil is.

Ik neem mijn pet af en maak een diepe buiging. Zelden heb ik zo’n aangrijpende documentaire gezien.

I know the truth and I know what you’re thinking. Stone Roses – Fools Gold.

Introverte mensen geven energie

Introverte mensen geven hun energie in contacten met anderen, terwijl extraverte mensen juist energie krijgen van contact met anderen.*
Echte aandacht is een bron van energie. Aandacht is een schaars goed en goud waard. Van aandacht schenken zou ik mijn betaalde werk moeten maken. Maar aan wie en in welke vorm? Als gezelschapsdame voor conversaties of zo? Dan denk ik toch aan een doelgroep met bijzondere kennis of inspirerende gedachten, waar nog wat van te leren valt. Een dienst die mij energie kost, mag wel boeiend zijn ook.

Anderzijds is meedoen een ideaal van extraverte mensen. Ze passen groepsdruk toe. Extraverte mensen vinden soms van introverte mensen dat zij zich onaangepast gedragen. Precies dit is mij eens voor de voeten geworpen door een psychologe. Het gebeurde in 2006 tijdens een groepsvakantie in Vietnam. Op een steile helling liep ik iets vlotter dan de rest naar beneden, want afdalen kan je het beste in je eigen tempo doen. Om de zoveel meter wachtte ik op de anderen. De afstand tussen ons was steeds hooguit tien meter. Plotseling haalde mevrouw mij in. Ze siste mij toe dat ik mij zo sociaal onaangepast gedroeg.

Oh, ik begreep haar eigen actie maar al te goed. Dit ging niet om mijn wandeltempo. Het ging erom dat ik haar energie had kunnen geven, door haar mijn onverdeelde aandacht te schenken. Alleen had ik daar geen zin in. Ik vond haar namelijk nogal een bazig type. En ik stond haar in de weg. Want mijn aandacht ging uit naar een andere reisgenoot in het gezelschap. Sindsdien is die derde persoon een van mijn beste vriendinnen. Als mevrouw de psychologe zich wat normaler had gedragen, had dat ook haar vriendin kunnen worden.

Stone Roses – I wanna be adored.

* (De hier vrij weergegeven cursieve teksten komen uit een artikel over introversie in Libelle nr 45, 2017, geschreven door Liesbeth Smit, auteur van het boek Ik moet nog even kijken of ik kan.)