Op maandagochtend rinkelt mijn mobiele telefoon; aan de andere kant een hoogbejaarde meneer. Hij noemt zijn naam en ik weet direct dat het over het boek gaat. Hij heeft het bijna een week geleden ontvangen en inmiddels gelezen. Maar een beschrijving van het kamp, dat specifiek in het krantenartikel wordt uitgelicht, ziet hij niet staan. Of dat later nog volgt in deel 2, vraag hij.
Ik kan wel raden welke van de drie krantenartikelen hij bedoelt. Er zijn veel positieve reacties gekomen dankzij dat artikel. Maar wat bijna niemand weet, is dat het een vertekend beeld geeft. Van mij, van wat er tijdens het interview is gezegd en van de inhoud van mijn boek. Zo heeft de journalist aan twee onderwerpen extra veel aandacht besteed, terwijl die in het boek zelf nauwelijks worden aangestipt. En een daarvan is het kamp waarin deze meneer is geïnteresseerd. Daarom geef ik hem een telefoonnummer van een organisatie waar men meer informatie over dat kamp heeft.
Mijn boek, dat zijn dochter voor hem had besteld, hoeft hij niet. Het is voor het eerst dat iemand het wil retourneren. Ik had al uitgezocht welke regels er rond retourzendingen gelden en een korte tekst hierover op de bestelpagina gezet. Daarom vertel ik dat terugzenden mogelijk is, alleen zijn de verzendkosten van de retournering voor hem. Dat is voor hem geen probleem, en zijn dochter zal het wel regelen, zegt hij erbij. Of ik het adres kan doorgeven.
Ik stuur een berichtje met beknopte toelichting naar haar e-mailadres. Dan volgt de reactie, binnen drie minuten, in een enkele zin. Zonder aanhef, zonder hoofdletter, zonder punt, zonder afsluiting. Zoals bepaalde mensen reageren op sociale media, wanneer hen iets niet zint.
‘kleine tegemoetkoming hierin voor n […] jarige man zou ook best op zijn plaats zijn, hij woont ook nog eens vlakbij’
Vermoedelijk gaat dit om de € 3,95 verzendkosten, die voor meneer zijn rekening zijn. Uit het laatste maak ik op dat ik geacht wordt om het pakketje zelf op te komen halen. Dat ‘vlakbij’ is wel een relatief begrip. Voor wie een dikke auto heeft, is het inderdaad vlakbij. Maar als ik naar zijn adres toe moet, kost het mij een half dagdeel voor een rit met twee bussen plus een overstap. De betreffende weg is namelijk kilometers lang.
Het maakt mij nu toch wel nieuwsgierig naar waar deze meneer precies woont. Ergens aan de buitenrand van de stad, schat ik zo in. En ja hoor, meneer woont op een perceel van 2.500 m2 groot. Ze zullen daar gewend zijn aan personeel. En zijn dochter waarschijnlijk ook.