In de familie

Natuurlijk besef ik dat het gevoelig ligt. Wanneer ik contact opneem met familieleden van mensen van wie ik dagboekaantekeningen en brieven in mijn boek verwerk. Nabestaanden zijn het, allemaal. De personen in kwestie leven niet meer.

Het is altijd spannend wanneer ik contact zoek. Ik kijk op internet en doe een gok. Hopend dat mijn toenadering goed valt. De een gaat direct akkoord. De ander gooit mijn vraag eerst in de familiegroep.

Maar dat is niet wat ik bedoel met dat het gevoelig ligt. Je weet nooit hoe de onderlinge verhoudingen zijn. Je weet nooit wat er binnen een familie speelt. Je weet nooit wat de positie is van degene die je als eerste raadpleegt. En je weet nooit welke verborgen belangen er zijn. Aan de buitenkant kan het allemaal zo mooi zijn.

Toevallig heb ik ook familie, dus weet ik wat de gevoeligheden kunnen zijn.

In mijn familie is een soort transitie aanstaande. Een overgang. Een definitieve afsluiting. Een begin van een nieuwe fase, zonder.

Van de weeromstuit heb ik een draad opgepakt die twintig jaar was blijven liggen. Ik ben opnieuw op zoek gegaan. En deze keer heb ik het gevonden. Het kindje, waarover eens werd gesproken, maar dat geen naam gekregen had. Gewoon op WieWasWie.

De moeder van het kindje is jong overleden, vermoedelijk bij de eerstvolgende bevalling. Als zij niet zo jong was gestorven, was mijn opa nooit met mijn oma getrouwd, en dan zou de helft van mijn familie er niet zijn geweest.

Vreemd idee. Dat komt er nu van als je met families bezig bent.

Leven en weer opstaan in Beiroet

Vissers aan de Corniche.

Hij vertelde dat Beiroet vroeger het Parijs was van het Midden-Oosten. Een bruisende en mondaine uitgaansstad. Het was er goed toeven, tot aan het begin van de oorlog. De sporen uit de oude glorietijd zag ik in 2004 terug in de zorgvuldig herstelde panden. Dat herstel vond plaats in de periode waarin er vrede was. Alleen weet ik niet wat daar nu nog van over is. Van die vrede en van die gebouwen.

Er wordt gelééfd in Beiroet. Er wordt gewerkt, gelachen en hartstochtelijk genoten. Er worden vriendschappen voor het leven gesloten. En er wordt gehaat en gewroken. De stad staat op scherp. Is tegelijk passievol en  ontvlambaar, ongedwongen en chaotisch. Het een gaat in het ander over.

Ik weet niet of we deze week de totale implosie hebben gezien, als gevolg van het vele wat er mis was. Dan kan Libanon ten prooi vallen aan geopolitieke aasgieren. Er kunnen ook oude tijden herleven, compleet met vroegere grandeur. Misschien droomt president Macron van een soort gemoderniseerde Franse prefectuur 2.0. (Bedoeld als overgangsmaatregel, mag ik hopen.) Gegeven de huidige politieke, sociale, economische en financiële toestand is dit wellicht nog de beste optie. Mits dat gebeurt met volwaardige medezeggenschap van de Libanezen.

*****

Sursock museum in de wijk Achrafieh, met Libanese vlag.

Ik maak van dit logje een mini-plakboek met vakantiefoto’s van Beiroet uit april 2004. Beschouw dit maar als een eerbetoon aan de veerkracht van de bewoners. Ik weet niet wat er over is van deze gebouwen en hoe het gaat met de mensen die ik daar toen heb ontmoet.

Ze zeggen dat Libanezen ondernemend zijn. Ze zeggen ook dat de stad steeds weer als een feniks uit de as herrijst. Het zijn clichés. En toch hoop ik het.

Hiernaast een doorsnee straat met appartementen en balkons in de wijk Hamra.

De gordijnen voor het balkon linksonder houden de hitte buiten. Dit is bij mijn weten typerend voor Libanon.

 

 

Chique gebouw uit de Franse periode in de wijk Manara.

Gebouw op een kruispunt van de oude demarcatielijn Avenue du General Fouad Chebab. Dit gebouw is bewust slechts gedeeltelijk hersteld als herinnering aan de hevige gevechten in het verleden.

Het winkel- en uitgaanscentrum nabij de kust wordt hier nog opgeknapt en is gedeeltelijk weer in oude luister hersteld.

Archeologische resten in de oude stad naast nieuwbouw en kerk.

Zondagmiddag drukte op de Corniche. Wandelaars bij restaurant aan zee. Veel restaurants zijn ingesteld op feesten en diners van grote families en gezelschappen. Want ondanks, of juist door alles, weten Libanezen wel hoe het leven te vieren.