Wanneer je een boek uitgeeft

Dit is toch wel een van de meest enerverende weken sinds tijden geweest. Er komt nogal wat op je af wanneer je een boek in eigen beheer uitgeeft. Ik heb onder meer een interview en een heuse fotoschoot achter de rug. Met een beetje geluk geeft de extra publiciteit mijn onderzoeksproject een steuntje in de rug. Het scheelt dat ik over de nodige vakkennis beschik. Dankzij de kronkels in mijn loopbaan kan ik heel veel zelf uitvoeren zonder dat dit meteen een vermogen kost.

Wat die kronkels uit mijn carrière betreft, zal ik wat taken op een rijtje zetten.

  1. Onderzoek verrichten. Check. Ik ben al sinds 1995 kind aan huis in menig archief en in hun cryptisch opgestelde inventarissen weet ik de weg.
  2. Schrijven. Hm. Oké, Raam Open is geen schoolvoorbeeld, maar oefening baart kunst, zullen we maar zeggen. Ik heb professioneel ervaring met het schrijven van werk- en proceshandleidingen. Dus.
  3. Vormgeven en redigeren. Check. Heb ik jarenlang gedaan. Bijkomend voordeel: mijn werkgever was een dochteronderneming van een gerenommeerde en commercieel succesvolle uitgeverij. In no time heb ik gemerkt dat het in bepaalde kringen deuren opent zodra ik vertel dat ik bij een uitgeverij heb gewerkt. Dan neemt men een in eigen beheer uitgegeven boek sneller serieus.
  4. Plannen en organiseren. Check. Als je een boek uitgeeft, moet je planmatig denken voor de logistiek en de marketing. Er moeten bijvoorbeeld voldoende boeken op voorraad zijn, zodra er een artikel over je boek in de krant verschijnt.
  5. Marketing en marktkennis. Check. Ik weet waar mijn doelgroepen zitten. Ik ken hun wensen en weet hoe ik deze mensen kan bereiken.
    De weg daarnaartoe kent nog wel een paar uitdagingen. Zo heb ik andere mensen nodig om een groter bereik te krijgen. Dan scheelt het als tussenpersonen merken dat je hun taal spreekt. Zo kon ik tegen de journaliste zeggen dat ik een opleiding praktische journalistiek heb gedaan. Zij vond mijn persberichten goed, zo bleek. En een goed persbericht scheelt haar een hoop werk.
  6. Prijsbepaling. Kijk, hier komt mijn senioriteit om de hoek kijken. Want ik weet nu wat ik te bieden heb en welke waarde mijn product heeft. Mijn boek heeft een bij het Commissariaat van de Media vastgelegde prijs.
  7. Verkoop. Grappig hoe dit werkt. Bij mijn eerste bedrijf had ik er enorm moeite mee om voor koude acquisitie bij winkels langs te gaan en een harde prijsonderhandeling aan te gaan. Het was totaal niet mijn wereld.
    Bij mijn tweede bedrijf speelde onder meer de onzekerheid van het impostor syndrome een rol.
    Nu is alles anders en heb ik nergens last van. Want ik verkoop mijn eigen product, waar ik alles van af weet. Bovendien heb ik iets origineels gedaan. Maar veel belangrijker: met wat ik bied, voorzie ik in een overduidelijke vraag.
  8. Avontuurlijkheid. Verkoopactiviteiten zijn nu leuk. Sterker, het aan de man brengen van mijn product is een waar avontuur. Een route die naar allerlei boeiende ervaringen en ontmoetingen leidt. Daarbij behoud ik mijn volledige vrijheid. Met deze insteek wordt zelfs een fotoshoot leuk.
  9. Administratie. Ook zoiets. Zeg je dat je bij een accountantskantoor hebt gewerkt, dan heb je meteen een reputatie van degelijkheid. Bijkomend voordeel: ik doe die administratie zelf. Zo heb ik gelijk een goed financieel overzicht.
  10. Nieuwsgierigheid. Ja, dat is in dit geval wel mijn grootste kwaliteit. Het begin van alles, het midden en het eind.

Maar goed, ik ben dus benieuwd wat er volgende week in drie kranten verschijnt.

Dag ouwe reus

Hij moet hier al een paar eeuwen staan: een grote beuk op een wildwal. Vrijwel al zijn jaargenoten zijn al verdwenen. Slechts eentje daarvan is twintig meter verderop gebleven. Wat die twee al hebben meegemaakt? Wat ze daar op hun landgoed al hebben zien passeren? Paraderende bevallige freules met witte, kanten parapluutjes misschien?

Slechts één roemruchte episode uit het lange leven van deze beuk is mij bekend. Die speelde zich af tijdens de Slag om Arnhem. Toen het Britse 156 Parachute Battalion het theekoepeltje probeerde te bereiken, maar eerst langs de vuurspuwende tanks van de Duitsers moest zien te geraken. Plus de Duitse achterhoede die de Britten bovenaan een helling opwachtte. Een paar maanden later kwamen er andere mannen langs. Rotterdammers met schoppen in hun handen. Waarschijnlijk prikken er hier en daar nog wat gemene granaatscherven in zijn bast.

Zelf ‘ken’ ik deze oude beuk pas zeven jaar. En eigenlijk vind ik het maar een raar geval. Vreemde uitstulpsels en vervormingen duiden op oude wonden. Meerdere takken zijn hem ontvallen, op een paar grote na. Juist die zware zijtakken trekken hem uit balans. Iemand heeft een vogelhuisje aan zijn knoestige bast gehangen en die zit vol zwammen.

Dat zijn dagen geteld waren, was wel duidelijk dus. Gisteren zag ik hem weer, of wat er van hem over is. Hij was al ernstig uitgehold, maar de droogte van deze zomer gaf hem vast de genadeslag.

Dat was het dan. Dag ouwe reus.

28-10-2022

De spinnenwebben belicht

Op 30 september 2022 in de Renkumse Jufferswaard. Spinnenwebben op een bramenstruik langs de Rijn. Door de zon belicht.

De uiterwaard daar, met zijn ruïnes van een oude steenfabriek, was een belofte die nu ingewilligd is.

Ik liep er na afloop van een gesprek, waarin eindelijk is toegegeven dat er fouten zijn gemaakt. Drie jaar na dato weliswaar. Omdat ‘opgeven’ niet in mijn woordenboek staat.

Momenteel hou ik evaluatiegesprekken met alle organisaties die direct of indirect een rol in de kwestie hebben gespeeld. Omdat ik vind dat zij moeten weten, moeten beseffen, wat het onwenselijke nevenresultaat van hun hulpverlening aan die ander is geweest. Een stukje bewustwording dus.

Ik weet wat mijn allersterkste drijfveer is. Het is er een die ik van mijn Waalse hugenotenvoorouders overgeleverd gekregen heb. Het is sterker dan mijzelf.

Old man look at my life

Tijdens een wandeling nader ik een glasbak bij een studentenflat. Vlakbij heeft een man zijn auto op de stoep geparkeerd. De laadbak wijd open, in de laadruimte wijndozen vol lege flessen. Een liefhebber, kennelijk.

Het is een slanke man met een gebreid mutsje op. Niet in reggaekleuren, maar in minder felle tinten. Toch doet iets mij gelijk aan een rasta denken. Komt het door zijn relaxte houding en rustige manier van doen? Hij heeft een wat verouderd, slobberend vest aan. En hij draagt een beige outdoor broek met veel zakken. Ik passeer hem en zie een blank, doorleefd gezicht. De man is ongeveer 65 jaar oud, schat ik.

Het bestuurdersportier van zijn kleine auto is eveneens geopend. In het voorbijlopen zie ik stoelen vol kruimels en stof op de bekleding. Naar buiten waait een flard muziek uit de nadagen van de hippietijd. Old man look at my life

En ineens zie ik het hele plaatje voor me. Hoe hij heeft geleefd. Waar en wanneer het begon. Hoe hij in een omgebouwd VW-busje door heel Europa heeft gereisd. In regenboogkleuren en regelmatig in enigszins bedwelmde staat. Door Turkije, Syrië, Irak, Iran en Afghanistan, tot aan India toe. Toen dat nog goed kon. In de hele regio liepen volken in lokale klederdracht rond. Het was een boeiende tijd voor iemand die weinig hecht aan een westerse leefstijl.

Het is nu allemaal zo lang geleden. Een voorgoed vervlogen tijd. Maar in al die jaren is hij trouw gebleven aan zichzelf. Hoe had hij anders kunnen leven? Hij. Een relikwie uit een recent, oneindig verleden. Een anachronisme. Wellicht is het geen toeval dat hij bij deze glasbak staat. Die studentenflat is waarschijnlijk het laatste bolwerk waar nog een zweem van die flowerpowerjaren rondwaart.

Old man look at my life. Ik ken het goed, maar weet even niet wie het zingt. Het lied ademt de sfeer van een hard en eenvoudig bestaan op het dunbevolkte platteland van Noord-Amerika. Onze ontmoeting duurt slechts seconden. Daarna houdt de zanger mij gezelschap op de rest van de wandelroute.

(Dit logje uit april 2014 is onlangs bij de sloop van mijn blog gewist. Voor mij heeft het eeuwigheidswaarde en daarom publiceer ik het opnieuw.)