Nog heel even geduld, en dan …

Dit zijn de laatste dagen voordat het grote moment daar is. Dit zijn de laatste dagen waarin ik in onwetendheid verkeer. Over hoe het gaat lopen en hoe mijn werk ontvangen wordt. Want dit zijn de aller, allerlaatste dagen voordat de stapel boeken binnenkomt en ik de verhalen uit mijn onderzoek aan de wereld presenteer.

Zo heb ik mij heel lang niet meer gevoeld. Deze situatie is vergelijkbaar met de verwachtingsvolle spanning wanneer je in het eerste vliegtuig stapt met een one way ticket in je hand en op wereldreis gaat. Ik ken dat.

Hoe goed je de routes ook uitstippelt en hoe veel plannen je ook maakt, je weet uiteindelijk toch nooit hoe het loopt.

Anderen zouden het nieuws allang van de daken hebben geschreeuwd en op alle sociale media berichten hebben rondgestrooid. Ik niet. Ik wilde eerst zeker weten dat het werk af kwam en dat het resultaat er mag zijn.

Want misschien komt er beetje reuring en wervelt er straks een klein stofwolkje op, waarna de rust weer terugkeert.

Maar evengoed kan datgene gebeuren wat ik al vanaf dag één heb vermoed. Namelijk dat ik echt een bijzonder verhaal te pakken heb en dat ik iets ga presenteren wat later als een standaardwerk wordt beschouwd.

Tot die tijd verkeer ik in het ongewisse.

Nu is alles nog rustig.

Misschien zal ik later terugdenken aan dit moment.

Het blauwe boerderijtje

Ben volop bezig met schrijven, maar dat is voor het andere verhaal. Onlangs heb ik een hele dag doorgebracht in het Openluchtmuseum Arnhem. Net als dertig jaar geleden, maar van dat bezoek herinner ik mij weinig details.

Dit museum speelt een rol in het verhaal. Daarom keek ik er met andere ogen naar dan normaal. Ik trof er fragmenten uit het verleden van mijn voorouders aan en uit de geschiedenis van Arnhem. Deels zichtbaar, deels als een transparante film in mijn hoofd, die voor de huidige aanblik schoof. Een extra laag.

Verder hou ik gewoon van nostalgie en kneuterige huisjes. Zeker van zo’n pietepeuterig boerderijtje in blauw.

Schilderen met waterfoto’s

Oorspronkelijke waterfoto

Schilderen met waterfoto’s doe ik graag. Voor een surrealistisch effect is het najaar ideaal. Mijn favoriete werkterrein is de vijver van Regina Pacis in Arnhem. Het werkt heel eenvoudig.

  • Maak een foto van een waterpartij waarin bomen of andere zaken weerspiegeld zijn.
  • Vergroot de foto en ga op zoek naar het verborgen abstracte schilderij.
  • Maak een uitsnede van het mooiste of het meest kunstzinnige deel. Doe dat tot op de millimeter nauwkeurig.
  • En toon je schilderij vervolgens op je blog of website:
Abstract waterfotoschilderij

Op dit waterfotoschilderij staat een detail uit de rechterbovenhoek van de getoonde waterpartij, een kwartslag gedraaid. Deze techniek pas ik sinds 2019 regelmatig toe.

Voor een alternatieve kijk op zaken beveel ik eveneens de volgende logjes aan:

Old man look at my life

Tijdens een wandeling nader ik een glasbak bij een studentenflat. Vlakbij heeft een man zijn auto op de stoep geparkeerd. De laadbak wijd open, in de laadruimte wijndozen vol lege flessen. Een liefhebber, kennelijk.

Het is een slanke man met een gebreid mutsje op. Niet in reggaekleuren, maar in minder felle tinten. Toch doet iets mij gelijk aan een rasta denken. Komt het door zijn relaxte houding en rustige manier van doen? Hij heeft een wat verouderd, slobberend vest aan. En hij draagt een beige outdoor broek met veel zakken. Ik passeer hem en zie een blank, doorleefd gezicht. De man is ongeveer 65 jaar oud, schat ik.

Het bestuurdersportier van zijn kleine auto is eveneens geopend. In het voorbijlopen zie ik stoelen vol kruimels en stof op de bekleding. Naar buiten waait een flard muziek uit de nadagen van de hippietijd. Old man look at my life

En ineens zie ik het hele plaatje voor me. Hoe hij heeft geleefd. Waar en wanneer het begon. Hoe hij in een omgebouwd VW-busje door heel Europa heeft gereisd. In regenboogkleuren en regelmatig in enigszins bedwelmde staat. Door Turkije, Syrië, Irak, Iran en Afghanistan, tot aan India toe. Toen dat nog goed kon. In de hele regio liepen volken in lokale klederdracht rond. Het was een boeiende tijd voor iemand die weinig hecht aan een westerse leefstijl.

Het is nu allemaal zo lang geleden. Een voorgoed vervlogen tijd. Maar in al die jaren is hij trouw gebleven aan zichzelf. Hoe had hij anders kunnen leven? Hij. Een relikwie uit een recent, oneindig verleden. Een anachronisme. Wellicht is het geen toeval dat hij bij deze glasbak staat. Die studentenflat is waarschijnlijk het laatste bolwerk waar nog een zweem van die flowerpowerjaren rondwaart.

Old man look at my life. Ik ken het goed, maar weet even niet wie het zingt. Het lied ademt de sfeer van een hard en eenvoudig bestaan op het dunbevolkte platteland van Noord-Amerika. Onze ontmoeting duurt slechts seconden. Daarna houdt de zanger mij gezelschap op de rest van de wandelroute.

(Dit logje uit april 2014 is onlangs bij de sloop van mijn blog gewist. Voor mij heeft het eeuwigheidswaarde en daarom publiceer ik het opnieuw.)

Ben ff poepen

Ja, sorry hoor, het moet een keer. Vandaag ga ik schrijven over een heikele kwestie. Mijn lichaam leidt namelijk een geheel eigen leven. Daarbij is het nogal gesteld op vaste gewoontes. Zo wil het met regelmaat worden voorzien van een natje en een droogje. Ook verlangt het dagelijks voldoende beweging. En, na een inwendig verwerkingsproces, wil het graag af van een overtollige semi-vaste substantie.

Voor dat lozingsproces houdt mijn lichaam globaal een standaard tijdstip aan. Zelf vind ik dat best prettig, want daarna kan ik met mijn eigen leven verder gaan.

Maar soms komt er een kink in de kabel. Dan passeert dat globale vaste tijdstip, zonder aandrang. En uitgerekend dan zal je natuurlijk zien dat ik visite verwacht. Naarmate het bezoektijdstip nadert, groeit de kans dat mijn darmstelsel ontwaakt. Zo van ‘Hé, zijn we niet wat vergeten vandaag? Oh ja. Nou laten we daar dan maar snel wat aan gaan doen.’

Op zulke momenten gedraagt mijn lichaam zich echt strontvervelend. Excusez le mot. Zit ik op het toilet, hopend dat er snel wat komt (nee, niet bij de voordeur; daarvoor is het nu juist het meest ongelegen moment), en exact, maar dan ook werkelijk exact op het moment suprême … gaat de voordeurbel. Néé hè! Jawel. Vandaag was het voor de derde keer raak. Eerlijk waar.

Zal ik voortaan een briefje aan de voordeurknop hangen met de boodschap: ‘Ben ff poepen’? Dit is toch heel menselijk, nietwaar?