Geboortebeperking als redding

Voedsel voor de toekomst

Kenia, bijna twintig jaar geleden. Ik zit in ons kantoor in Nairobi en Esther, mijn hoogopgeleide Keniaanse collega is aan het woord. Ze wil er niet meer. Ze heeft er nu wel genoeg. Drie kinderen heeft zij gebaard. De inwonende hulp zorgt voor de kleintjes terwijl zij en haar man werken. Met hun gezamenlijke inkomen kan het stel de kinderen een mooie toekomst bieden. Maar haar familie loopt haar continu te pushen om er meer te krijgen. Esther peinst er niet over. Genoeg is genoeg. En haar man vind het ook wel best zo.

Teruggeplaatste inzichten uit een grotendeels gesloopt blog

Op 4 juni 2014 opende ik het log Geboortebeperking als redding met bovenstaande alinea. Gisteren heb ik in één klap vrijwel mijn hele blog gewist. Dit plaatst mij voor de vraag welke oude berichten een herplaatsing waard zijn. Dit log is daar één van.

Geboortebeperking beschouw ik namelijk als een cruciaal onderdeel van de oplossing van tal van wereldproblemen. Wanneer, zoals nu, meisjes en vrouwen stelselmatig worden achtergesteld in alle landen waar mannen het politieke, juridische en economische overwicht hebben, dan kun je wachten op oorlog, hongersnood, vluchtelingenstromen en klimaatverandering. Daarom begin ik met een kernachtige beschrijving uit een rapport van wat die asielzoekersstromen (mede) veroorzaakt.

Natuurlijk stond er in dat rapport uit 2014 iets over zekerstelling van de gas- en olieaanvoer. Hoe actueel wil je het hebben?

Daarna volgt de tekst van Geboortebeperking als redding; het log waar die samenvatting toen onder stond.

The Security Demographic: Population and Civil Conflict After the Cold War (2003)

De Amerikaanse organisatie Population Action International verrichtte in 180 landen academisch onderzoek en publiceerde in 2003 het rapport ‘The Security Demographic: Population and Civil Conflict After the Cold War’. De resultaten draaien vooral rond de zogenaamde ‘demografische revolutie’. Dat is het proces waarbij gezinnen steeds kleiner worden en mensen gemiddeld steeds langer gaan leven.

Gedeeltelijk hebben ontwikkelingslanden waar de demografische transitie blijft steken, dat aan zichzelf te wijten. Meestal heeft de bevolking er onvoldoende toegang tot voorbehoedsmiddelen, informatie over gezinsplanning en tot gezondheidszorg. Vrouwen worden er vaak gediscrimineerd of kunnen nauwelijks naar school gaan. De vruchtbare landbouwgrond is slecht verdeeld of het ontbreekt kleine boeren aan middelen en kennis om goede oogsten binnen te halen. En/of er heerst schaarste aan water.

Landen met hoge geboortecijfers hebben acht keer vaker te maken met ernstige sociale onlusten dan landen waar gezinnen kleiner zijn. Landen waar de bevolkingsgroei in de steden meer dan vier procent bedraagt, glijden dubbel zo vaak af in burgeroorlogen dan landen waar de verstedelijking minder snel gaat. De meeste landen met een hoog conflictrisico liggen in West- en Oost-Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Azië.

De industrielanden besteden aandacht aan de regio’s, maar dan vooral in het kader van de oorlog tegen het terrorisme en om de aanvoer van olie en aardgas te verzekeren. Veel rijke landen geven ontwikkelingsgeld uit aan gezinsplanning en initiatieven om meisjes en vrouwen een betere toegang tot onderwijs te bieden. Maar onder druk van de anti-abortusbeweging heeft de Amerikaanse regering de kraan dichtgedraaid voor hulporganisaties en gezondheidsinstellingen die zich onvoldoende distantiëren van vruchtafdrijving. Daardoor zijn programma’s voor gezinsplanning in veel Afrikaanse en Aziatische landen in problemen gekomen.

En dan de landbouwsubsidies. Japan, de EU en de VS pompen massa’s geld in hun landbouwsector. Wat de wereldmarktprijzen doet dalen en miljoenen kleine boeren in de ontwikkelingslanden dwingt hun akkers te verlaten en naar de steden te trekken. [Waar al een groot, gefrustreerd leger aan jongvolwassenen met onvoldoende werk rondhangt.]

Geboortebeperking als redding

Kenia, 2005. Ik zit in ons kantoor in Nairobi en Esther, mijn hoogopgeleide Keniaanse collega is aan het woord. Ze wil er niet meer. Ze heeft er nu wel genoeg. Drie kinderen heeft zij gebaard. De inwonende hulp zorgt voor de kleintjes terwijl zij en haar man werken. Met hun gezamenlijke inkomen kan het stel de kinderen een mooie toekomst bieden. Maar haar familie loopt haar continu te pushen om er meer te krijgen. Esther peinst er niet over. Genoeg is genoeg. En haar man vind het zo ook wel best.

Diverse vrouwelijke Keniaanse collega’s knikken en hummen instemmend. En lachen met veelbetekenende blikken. Zij weten waar Esther het over heeft. Ook zij hebben keihard gewerkt om de positie te bereiken die zij nu hebben. Toch, zie je maar eens te onttrekken aan de dwang van tradities van familie die is achtergebleven op het platteland.

Geboortebeperking, of beter gezegd familieplanning, is vaak een ondergeschoven kindje in landen waar men met armoede kampt. Dit speelt in delen van Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Het vergt een grote omschakeling in denken, vooral op het platteland. Eeuwenlang werd een grote kinderschare als weelde gezien. In traditionele gemeenschappen is dat nog steeds zo, terwijl de wereld eromheen niet stilstaat. Maar een grote kinderschare leidt tegenwoordig vaker tot armoede en conflicten.

In alle werelddelen heb je vooruitstrevende mensen en groepen die minder snel vooruit komen. Om welke reden dan ook. Overal leven mensen die iets van huwelijk willen maken en om hun kinderen geven. Zolang alles goed gaat, is er misschien weinig aan de hand. Maar bij problemen zijn vrouwen gewoonlijk slechter af dan mannen.

De gebruiken verschillen per stam, maar hier volgt een concrete situatie uit ruraal Oost-Afrika. Wanneer je vader bent van een paar kinderen, heb je goedkope werklieden voor op het veld, herders om je kudde te weiden, hulpjes om de oogst te verwerken en vertrouwelingen die voor je zorgen op je oude dag. Ben je vader van veel kinderen, dan is je status bij je maten gegarandeerd. Heb je als vrouw veel kinderen, dan geven zij ook jou status, maar draag je eveneens een flinke last. Want in veel plattelandsgemeenschappen ben jij degene die ze moet voeden, kleden en hun schoolgeld betaalt. Dat zijn niet de taken van pa.

De vader brengt bij zijn huwelijk een stukje land in dat jij als vrouw de rest van je huwelijk mag bewerken. Dat huwelijk geeft jou toegang tot land en een middel van bestaan. Zorg jij voor een goede oogst, dan kan je daar mooi de schooluniformen van betalen. Maar heb je toevallig de verkeerde echtgenoot getroffen? Dan heeft je man het volste recht om met de oogst naar de markt te gaan en al het geld voor zichzelf te houden.

Het wijkt nauwelijks af van Europa honderd jaar geleden. Toen moesten arme vrouwen van fabrieksarbeiders op betaaldag hun man onderscheppen voordat hij het café indook en al het geld opzoop. Excusez le mot. Het stemrecht voor vrouwen kwam bij ons pas in 1917.

Terug naar Afrika. Word jij in een patriarchale samenleving weduwe, dan ontstaat er een lastige situatie. Je mag hopen dat je een zoon hebt die de grond van zijn vader erft. Zo niet, dan gaat het eigendom waarschijnlijk naar de broer van je overleden man. Dit kan nogal vervelend uitpakken. Want als de zoon of de broer die grond volledig voor zijn eigen gezin opeist, zal jij als berooide weduwe moeten opkrassen. Ik verzin dit niet. Het is de realiteit anno 2014 op het platteland in Kenia.

Wat ik maar wil zeggen: een grote kinderschare is van oudsher in het voordeel van vaders in patriarchale samenlevingen. De moeders zijn afhankelijk van de welwillendheid van hun zonen. Mede daarom voeden Marokkaanse moeders hun zonen tot prinsjes op. Deze uitspraak komt van Ayaan Hirsi Ali. Zij komt zelf uit een traditionele samenleving. Ook het volgende zal ik niet licht vergeten. Een vrouw uit het Midden-Oosten vertelt trots hoeveel kinderen zij heeft. Wel zes. (Zonen. Plus vier dochters, maar die zijn het vermelden niet waard.)

Kinderen en vrouwen zijn een soort productiemiddelen in rurale patriarchale samenlevingen. Vraag je wat vrouwen zelf willen, dan ontstaat er een ander beeld. Ja, ook zij zijn trots om moeder te worden en zij houden van hun kinderen. Maar als ze de keuze hebben, vinden ze vier of vijf kinderen meestal wel genoeg. Slechts een enkeling kiest bewust voor een kinderschare van tien of twaalf. Dat is in hedendaags Barneveld net zo.

Hoge kindersterfte en verzekering van de eigen oude dag spelen een rol bij de wens om voldoende kinderen te krijgen. Economische ontwikkeling, scholing, hygiëne, voorlichting, beschikbare gezondheidszorg, overheidsbeleid en wetgeving zijn hierop van invloed. Inmiddels loopt de kindersterfte wereldwijd terug. Al gaat dat in sub Sahara Afrika aanzienlijk langzamer dan in andere regio’s. Toch zijn er meerdere uitzonderingen. Zoals Saoedi-Arabië, waar ondanks welvaart en medische zorg het geboortecijfer zeer hoog blijft. Niet geheel toevallig is de positie van vrouwen daar bijzonder zwak. Even schrijnend is de situatie in Pakistaan en Afghanistan, waar mannen niet altijd bereid zijn om geld aan zorg of scholing voor vrouwen te besteden.

Vrouwen uit de laagste klassen weten welke last er op hun schouders drukt. Ze moeten die kinderen zelf ter wereld brengen. Door huwelijken op zeer jonge leeftijd en door zwaar werk ontstaan complicaties bij zwangerschappen en bevallingen. In Holland trouwden arme vrouwen eeuwenlang wel boven hun twintigste. Vergeleken met Afrikaanse en Arabische kindbruidjes scheelde dat al gauw vier zwangerschappen. Zonder medische voorzieningen lopen meisjes en vrouwen een reëel risico bij elke bevalling. Met fistels en incontinentie, handicaps of sterfte tot gevolg. Of mogelijk verstoting door hun man. De mannen van kindbruidjes zijn gewoonlijk veel ouder, en vaak is zij zijn tweede of derde vrouw.

Hebben ze in ontwikkelingslanden dan geen liefdevolle relaties? Natuurlijk zijn die er genoeg. Maar het punt is dat vrouwen in veel patriarchale samenlevingen zijn overgeleverd aan de willekeur van mannen. Wetgeving is er zelden in het voordeel van vrouwen. Het maakt weinig uit of wetten zijn gebaseerd op stamrecht, religie of nationale jurisprudentie. De meest dramatische toestanden ontstaan bij scheidingen (vrouwen verliezen bijvoorbeeld zeggenschap over hun kinderen), verdeling van bezit en erfrecht (verlies van inkomen en bestaanszekerheid).

Het is trouwens een dooddoener om te stellen dat de Islam voor overbevolking zorgt. Kijk naar het grootste Islamitische land ter wereld. In Indonesië promoot de overheid wel degelijk familieplanning. Op billboards langs de weg staat overal het ideaal: papa, mama en een paar kinderen. Het is maar net welke leider er aan de macht is. Anderzijds is geboorteplanning versus gezinsuitbreiding inzet van politieke machthebbers om tegenwicht te bieden aan groeiende minderheden. En dan was er nog een paus die het gebruik van condooms verbood. Lekker handig nu half zuidelijk Afrika HIV is geïnfecteerd.

Dit alles heeft weinig te maken met specifieke wensen van vrouwen. Politieke machthebbers, rechters, stamoudsten, geestelijke leiders en legeraanvoerders zijn overwegend mannen. Zij maken de dienst uit en hebben meestal een belang bij behoud van de status quo.

Wereldwijd wil vermoedelijk wel degelijk een groeiende groep mannen minder kinderen. Dat blijkt al uit landen waar het geboortecijfer is gedaald. Evenals in Europa zijn hoogopgeleide paren voorlopers op dat gebied. De middenklasse ziet dat ze een betere toekomst aan kroost kan bieden, wanneer ze het aantal kinderen beperkt. Wat armere mannen vaak in de weg staat, valt te lezen op ipsnouvelles.be.   

De cadeautjes van het voorgaande jaar

Gevoelig als ik ben voor jaarwisselingen en voor goede afrondingen, wil ik elk nieuw jaar beginnen met een schone lei. Dat is onbegonnen werk. Toch blijf ik het proberen, want ik geloof oprecht dat dit belangrijk is. Onopgeloste problemen zijn cadeautjes voor het nieuwe jaar, meent een andere blogster. Zij is nogal van de mindfulness.

Op weg naar 2021 kon ik bitter weinig waardering opbrengen voor haar ‘wijsheid’. Naast het gedoe van enkele al langer lopende kwesties, was in december ook een serieus oogprobleem begonnen. Op de eerste gewone werkdag in januari moest ik meteen naar de oogarts toe. Zelden ben ik zo beroerd en ongerust een nieuw jaar ingegaan als 2021. 2021, dat zou wat gaan worden. En jawel: op mijn intuïtie kan ik blindvaren.

Dus ben ik afgelopen december weer keihard bezig geweest met opruimen. Met afhandelen. Met in gang zetten. Met keuzes maken, onverbiddelijk als het moest. Met afronden, en deze keer goed. Zonder enige scrupules en rücksichtslos, als de situatie daarom vroeg. Alles, maar dan ook alles om geen herhaling van 2021 te krijgen. En dat is gelukt. Ik kan het nu al voelen. Never underestimate datgene wat je gevoel zegt dat je doen moet.

Na de recente opschoonacties keer ik terug naar de basis. Voor 2022 wens ik de hele wereld de wijsheid toe van Max Ehrmann. (Klik desgewenst op de foto voor een vergroting.)

Het Dunning-Kruger effect

‘Debatteren wordt bemoeilijkt door een verschijnsel dat in de psychologie bekend staat als het Dunning-Kruger effect. Seidell [hoogleraar aan de VU]: “Het is een wetmatigheid: iemand die een beetje van een onderwerp weet, wordt heel stellig in zijn uitspraken. Krijgt hij meer kennis, dan wordt hij onzekerder. De stelligheid groeit pas weer als hij van het onderwerp heel veel weet.”’ Uit: Inderdaad, we weten het niet zeker, Trouw, 2 november 2019.

Misschien moet je het Dunning-Kruger effect eerst zelf ervaren, voordat je beseft hoe het bij anderen werkt. Ik ontdekte dit effect jaren geleden toen ik onderzoek deed naar mijn voorouders. Stel, je weet dat iemand in 1680 schoenmaker is. Dan krijg je een bepaald beeld bij zo’n persoon. In dit geval: hij is een eenvoudige ambachtsman. Maar dan koopt hij een opvallend duur pand. Dat gegeven haalt je indruk van een sobere leefstijl onderuit. En waar komt het geld vandaan? Dus zoek je verder naar verklaringen.

Bij genealogisch onderzoek raadpleeg je alle beschikbare bronnen. Meestal moet je het doen met flintertjes informatie. Persoonlijke ontboezemingen van voorouders zal je zelden vinden. Hopelijk krijg je uiteindelijk een redelijk volledig beeld van hun leven. Toch kan elke nieuwe vondst hun verhaal nog een andere wending geven.

Over voorouders kan je pas met zekerheid vertellen wanneer je een gefundeerd verhaal hebt én tegelijkertijd een slag om de arm houdt. Want geleidelijk aan leer je dat je nooit alles te weten zal komen. Zoals je ook nooit iemands karakter volledig zal kunnen doorgronden.

Met deze ervaring kan je in de verleiding komen om mensen als ‘dom’ te labelen wanneer ze heel vaak stellige uitspraken doen. Maar dat is nu precies een kenmerk van het Dunning-Kruger effect.

‘Ik heb het niet gedaan’

Vergeet detective series, vergeet crime investigation scenes. Er is een andere cliffhanger die je echt moet zien. Zelden ben ik zo onder de indruk geweest van een reconstructie. Tijdens het filmen stond er voor alle betrokkenen veel op het spel. Dit gaat over Romano van der Dussen in Elena Lindemans’ documentaire Ik heb het niet gedaan. Romano zat 13 jaar onterecht vast in een Spaanse cel.

‘De onthutsende documentaire laat niet alleen zien hoe Romano – die slechts voor een deel is vrijgesproken – nog altijd vecht om zijn onschuld te bewijzen. De film toont ook aan hoe dun de lijn is tussen goed en kwaad, tussen recht en onrecht. Want ís Romano wel zo onschuldig als hij zegt te zijn?’ (BNNVARA.)

Je zal voortdurend heen en weer worden geslingerd, tussen wat gelogen is, en wat het ware verhaal. Je zal worden geconfronteerd met je eigen gedachten. Schat je alles wel goed in of niet? Kijk je naar een slachtoffer of naar een dader? Is er een verschil?

Al het vertrouwde jargon komt voorbij: ‘nu zouden ze het ADHD noemen’, ‘een moeilijke jeugd’. Shots van een ontmoeting met een makker uit het verleden. Het ruige leven staat op diens gelaat getekend. Ze hebben ‘een beetje kattenkwaad’ uitgehaald. Vergelijk dit met het eufemisme van de elite: ‘een dwaling’, over een rechterlijke uitspraak. En je zal je wederom afvragen af of er wel een verschil is.

Ik neem mijn pet af en maak een diepe buiging. Zelden heb ik zo’n aangrijpende documentaire gezien.

I know the truth and I know what you’re thinking. Stone Roses – Fools Gold.

Introverte mensen geven energie

Introverte mensen geven hun energie in contacten met anderen, terwijl extraverte mensen juist energie krijgen van contact met anderen.*
Echte aandacht is een bron van energie. Aandacht is een schaars goed en goud waard. Van aandacht schenken zou ik mijn betaalde werk moeten maken. Maar aan wie en in welke vorm? Als gezelschapsdame voor conversaties of zo? Dan denk ik toch aan een doelgroep met bijzondere kennis of inspirerende gedachten, waar nog wat van te leren valt. Een dienst die mij energie kost, mag wel boeiend zijn ook.

Anderzijds is meedoen een ideaal van extraverte mensen. Ze passen groepsdruk toe. Extraverte mensen vinden soms van introverte mensen dat zij zich onaangepast gedragen. Precies dit is mij eens voor de voeten geworpen door een psychologe. Het gebeurde in 2006 tijdens een groepsvakantie in Vietnam. Op een steile helling liep ik iets vlotter dan de rest naar beneden, want afdalen kan je het beste in je eigen tempo doen. Om de zoveel meter wachtte ik op de anderen. De afstand tussen ons was steeds hooguit tien meter. Plotseling haalde mevrouw mij in. Ze siste mij toe dat ik mij zo sociaal onaangepast gedroeg.

Oh, ik begreep haar eigen actie maar al te goed. Dit ging niet om mijn wandeltempo. Het ging erom dat ik haar energie had kunnen geven, door haar mijn onverdeelde aandacht te schenken. Alleen had ik daar geen zin in. Ik vond haar namelijk nogal een bazig type. En ik stond haar in de weg. Want mijn aandacht ging uit naar een andere reisgenoot in het gezelschap. Sindsdien is die derde persoon een van mijn beste vriendinnen. Als mevrouw de psychologe zich wat normaler had gedragen, had dat ook haar vriendin kunnen worden.

Stone Roses – I wanna be adored.

* (De hier vrij weergegeven cursieve teksten komen uit een artikel over introversie in Libelle nr 45, 2017, geschreven door Liesbeth Smit, auteur van het boek Ik moet nog even kijken of ik kan.)