Nog heel even geduld, en dan …

Dit zijn de laatste dagen voordat het grote moment daar is. Dit zijn de laatste dagen waarin ik in onwetendheid verkeer. Over hoe het gaat lopen en hoe mijn werk ontvangen wordt. Want dit zijn de aller, allerlaatste dagen voordat de stapel boeken binnenkomt en ik de verhalen uit mijn onderzoek aan de wereld presenteer.

Zo heb ik mij heel lang niet meer gevoeld. Deze situatie is vergelijkbaar met de verwachtingsvolle spanning wanneer je in het eerste vliegtuig stapt met een one way ticket in je hand en op wereldreis gaat. Ik ken dat.

Hoe goed je de routes ook uitstippelt en hoe veel plannen je ook maakt, je weet uiteindelijk toch nooit hoe het loopt.

Anderen zouden het nieuws allang van de daken hebben geschreeuwd en op alle sociale media berichten hebben rondgestrooid. Ik niet. Ik wilde eerst zeker weten dat het werk af kwam en dat het resultaat er mag zijn.

Want misschien komt er beetje reuring en wervelt er straks een klein stofwolkje op, waarna de rust weer terugkeert.

Maar evengoed kan datgene gebeuren wat ik al vanaf dag één heb vermoed. Namelijk dat ik echt een bijzonder verhaal te pakken heb en dat ik iets ga presenteren wat later als een standaardwerk wordt beschouwd.

Tot die tijd verkeer ik in het ongewisse.

Nu is alles nog rustig.

Misschien zal ik later terugdenken aan dit moment.

De spinnenwebben belicht

Op 30 september 2022 in de Renkumse Jufferswaard. Spinnenwebben op een bramenstruik langs de Rijn. Door de zon belicht.

De uiterwaard daar, met zijn ruïnes van een oude steenfabriek, was een belofte die nu ingewilligd is.

Ik liep er na afloop van een gesprek, waarin eindelijk is toegegeven dat er fouten zijn gemaakt. Drie jaar na dato weliswaar. Omdat ‘opgeven’ niet in mijn woordenboek staat.

Momenteel hou ik evaluatiegesprekken met alle organisaties die direct of indirect een rol in de kwestie hebben gespeeld. Omdat ik vind dat zij moeten weten, moeten beseffen, wat het onwenselijke nevenresultaat van hun hulpverlening aan die ander is geweest. Een stukje bewustwording dus.

Ik weet wat mijn allersterkste drijfveer is. Het is er een die ik van mijn Waalse hugenotenvoorouders overgeleverd gekregen heb. Het is sterker dan mijzelf.

Zwijgzame mensen

Gesloten, zwijgzame types moet je soms echt uit hun tent lokken om te weten wat er in hen omgaat. Oudere mannen zijn berucht in dit verband. Vrouwen hebben al snel de neiging om van alles te zoeken achter het stilzwijgen van hun partner. Terwijl hij dan gewoon denkt aan de reparatie van zijn fiets. Het wordt pas echt ingewikkeld als er iets speelt en de ander daar onduidelijk over is. Maar normaal gesproken mag iemand best even stil zijn, vind ik. Het is ook wel prettig als iemand eerst nadenkt voordat hij of zij wat zegt.

Iedereen is verschillend. Het komt deels door aangeleerd gedrag dat mensen hun gedachten niet uitspreken. Zo werd aan ouderen in hun jeugd verteld dat zij niet mochten ‘zeuren’. Sommige mensen zijn door ervaringen onzeker of wantrouwend geworden. Anderen kunnen de juiste woorden niet vinden. En je hebt mensen die juist wijzer zijn dan de spreker. In gezelschap van nadrukkelijk aanwezige types doen introverte mensen er liever het zwijgen toe.

Jongere generaties hebben beter geleerd om hun mening te verwoorden en assertief op te treden. Jeugdige onbevangenheid en onafhankelijkheid helpen daarbij. Maar je moet ook sociale intelligentie, flexibiliteit en persoonlijke bagage hebben om een goed gesprek te kunnen voeren. Psycholoog Daniel Goleman beschrijft sociale intelligentie als het vermogen om de motieven, emoties, intenties en acties van anderen te begrijpen en hun gedrag te beïnvloeden. Dat is een hele kunst op zich als je zo ver wil gaan.

Stille types zwijgen om verschillende redenen. Als zij kunnen luisteren, hebben zij echter wel sociaal goud in handen. Alleen al omdat luisteraars schaars zijn. Bovendien leer je weinig van tien keer hetzelfde verhaal vertellen. Je ontdekt des te meer als je luistert naar anderen.

(Dit logje uit juli 2014 is onlangs gewist bij de sloop van mijn blog. Het blijft relevant en daarom publiceer ik het opnieuw.)

Flinters uit twee gedeelde verledens

Ze zijn uiterst zeldzaam. Ontmoetingen met mensen bij wie ik mij direct volledig op mijn gemak voel. Het is iets instinctiefs. Pas achteraf komen de woorden die benoemen waar dat door komt.

Minuscule flinters van fragmenten uit een gezamenlijk verleden. Dat delen wij. We hebben elkaar vroeger nauwelijks gesproken, maar we kennen dezelfde namen. En we weten waar we waren in bepaalde jaren. Toen hij tijdelijk op onze afdeling kwam. Bijna twintig jaar later brengt mijn onderzoek ons weer samen. Voor het eerst, eigenlijk.

We delen dezelfde ex-werkgever, 150 kilometer richting het westen. Hij heeft nog gewerkt in het pand van voor de fusie. Ooit was dat een klooster en later werd het mijn voormalige school. Het was de locatie waar mijn sollicitatiegesprek plaatsvond.

We kennen de katholieke rituelen en nu zijn we vlak bij zijn geboortegrond. Een vroegere Kleefse enclave, waar ook enkele voorouders van mij hebben gewoond. We zijn in een streek waar ik inmiddels zoveel meer over te weten ben gekomen. Drie eeuwen later; een andere periode. Ik mag stukjes tekst citeren uit het oorlogsdagboek van zijn vader.

Op de weekmarkt ziet hij kisten met appels staan van een ras dat ik niet ken. Hetzelfde fruit groeide vroeger bij hem thuis in de boomgaard. Hij maakt makkelijk een praatje met onbekenden. Als je ergens stevig bent geaard, weet je wat je waard bent. We zijn in de dichtstbijzijnde stad voor mensen uit het dorp waar de boerderij stond.

In deze streek liggen zijn jeugdherinneringen. Hier was het café waar ze naartoe gingen. Daar is het gebouw van zijn voormalige school. Het pand heeft een prominente plaats gekregen in mijn onderzoeksverhaal.

Even verderop: de restanten van een kasteel. We komen langs oude gebouwen van de plaatselijke adel. Op ons gemak slenteren we door de toegangspoort de binnenplaats op. Links een grote, monumentale stal. De koeien zijn er momenteel niet, die lopen buiten op het land. Rechts de oude burgemeesterswoning, een groot en voornaam pand. Ik probeer mij voor de geest te halen of het een rol speelt in mijn verhaal.

Het is tegenwoordig een stijlvol restaurant. De ober komt naar ons toe. Er volgt een anekdote over krakers en jaren van leegstand, biologisch boeren en brandnetelthee. Zij kennen elkaar niet, maar noemen namen van wederzijdse bekenden. We mogen overal rondkijken, in alle ruimten. Ga gerust je gang. Het is een prachtige locatie voor besloten feesten en partijen.

De manier hoe mensen reageren wanneer ze als vanzelfsprekend denken dat je een stel vormt. Ook dat komt mij ineens weer zo vertrouwd voor.

Gemoedsrust door aanvaarding

Op één van de laatste dagen van 2013 wandelde ik in Brabant. Na afloop schreef ik een bericht over aanvaarding. Heel mooi allemaal. Maar deze week kreeg de gevoelsmatige uitzichtloosheid van mijn werkloze staat toch bijna vat op mij. Op Eerste Paasdag vertelde ik hierover, waarna mijn zus het woord ‘aanvaarding’ uitsprak.

Precies. Ik wil mij niet laten kisten door negatieve gedachten. Vooral omdat ik de concrete invloed heb ervaren van een positieve levensinstelling. Noem het wilskracht, uitstraling of mindfulness. Effect heeft het beslist. Als ik ergens enthousiast over ben, dan komt deze instelling vanzelf weer.

Juist in lastige situaties is het een kunst om een constructieve gemoedstoestand vast te houden. Voordat je het weet, ga je afdwalen. Dit hangt volledig samen met vertrouwen; de tegenhanger van angst. Angst verlamt. Terwijl vertrouwen ruimte geeft aan creativiteit en flexibiliteit. Precies die twee eigenschappen zijn weer handig om uit een lastige situatie te ontsnappen. Bij een onvermijdelijke situatie is flexibiliteit van geest nodig om deze te aanvaarden.

Via aanvaarding lees ik over de acceptance and commitment therapy. Deze therapie bestaat uit zes samenhangende kernprocessen die helpen om te focussen. Dit zijn ze.

  • Cognitieve defusie: het leren scheiden van gedrag en kennis, ideeën of overtuigingen. Je kunt iets anders doen dan je gedachten je ingeven.
  • Mindfulness: oordeelvrij in het hier-en-nu je ervaringen observeren en ondergaan zonder actie te ondernemen.
  • Acceptatie: leren te stoppen met vechten tegen onvermijdelijke zaken in het leven.
  • Zelf-als-context: jezelf leren zien in samenhang met je omgeving.
  • Verhelderen van waarden: bepalen wat echt waardevol is in het leven, zoals gezondheid, relaties, vriendschap, ontwikkeling, spiritualiteit en creativiteit.
  • Toegewijde actie: de bereidheid om je gedrag stap voor stap te veranderen in de richting van de waarden waaraan je jezelf hebt verbonden.

Laat ik het zo zeggen. Stel dat iedereen het leven makkelijk vindt. Dan is er ook geen markt voor mindfulness en aanverwante benaderingen. Dat zou toch jammer zijn.

(Bron kernprocessen: Wikipedia.)

(PS. Op 30 augustus 2022 heb ik per ongeluk negen jaar bloggeschiedenis gewist. De logjes zijn definitief weg van Raam Open, maar bestaan nog als kladversie in Word. Veel daarvan is verouderd en nu minder relevant. Maar sommige logjes geven goed weer wat ik blijvend belangrijk vind en hoe ik momenteel in het leven sta. Daarom verschijnt hier een korte serie van die eerder gepubliceerde logjes.)

Geboortebeperking als redding

Voedsel voor de toekomst

Kenia, bijna twintig jaar geleden. Ik zit in ons kantoor in Nairobi en Esther, mijn hoogopgeleide Keniaanse collega is aan het woord. Ze wil er niet meer. Ze heeft er nu wel genoeg. Drie kinderen heeft zij gebaard. De inwonende hulp zorgt voor de kleintjes terwijl zij en haar man werken. Met hun gezamenlijke inkomen kan het stel de kinderen een mooie toekomst bieden. Maar haar familie loopt haar continu te pushen om er meer te krijgen. Esther peinst er niet over. Genoeg is genoeg. En haar man vind het ook wel best zo.

Teruggeplaatste inzichten uit een grotendeels gesloopt blog

Op 4 juni 2014 opende ik het log Geboortebeperking als redding met bovenstaande alinea. Gisteren heb ik in één klap vrijwel mijn hele blog gewist. Dit plaatst mij voor de vraag welke oude berichten een herplaatsing waard zijn. Dit log is daar één van.

Geboortebeperking beschouw ik namelijk als een cruciaal onderdeel van de oplossing van tal van wereldproblemen. Wanneer, zoals nu, meisjes en vrouwen stelselmatig worden achtergesteld in alle landen waar mannen het politieke, juridische en economische overwicht hebben, dan kun je wachten op oorlog, hongersnood, vluchtelingenstromen en klimaatverandering. Daarom begin ik met een kernachtige beschrijving uit een rapport van wat die asielzoekersstromen (mede) veroorzaakt.

Natuurlijk stond er in dat rapport uit 2014 iets over zekerstelling van de gas- en olieaanvoer. Hoe actueel wil je het hebben?

Daarna volgt de tekst van Geboortebeperking als redding; het log waar die samenvatting toen onder stond.

The Security Demographic: Population and Civil Conflict After the Cold War (2003)

De Amerikaanse organisatie Population Action International verrichtte in 180 landen academisch onderzoek en publiceerde in 2003 het rapport ‘The Security Demographic: Population and Civil Conflict After the Cold War’. De resultaten draaien vooral rond de zogenaamde ‘demografische revolutie’. Dat is het proces waarbij gezinnen steeds kleiner worden en mensen gemiddeld steeds langer gaan leven.

Gedeeltelijk hebben ontwikkelingslanden waar de demografische transitie blijft steken, dat aan zichzelf te wijten. Meestal heeft de bevolking er onvoldoende toegang tot voorbehoedsmiddelen, informatie over gezinsplanning en tot gezondheidszorg. Vrouwen worden er vaak gediscrimineerd of kunnen nauwelijks naar school gaan. De vruchtbare landbouwgrond is slecht verdeeld of het ontbreekt kleine boeren aan middelen en kennis om goede oogsten binnen te halen. En/of er heerst schaarste aan water.

Landen met hoge geboortecijfers hebben acht keer vaker te maken met ernstige sociale onlusten dan landen waar gezinnen kleiner zijn. Landen waar de bevolkingsgroei in de steden meer dan vier procent bedraagt, glijden dubbel zo vaak af in burgeroorlogen dan landen waar de verstedelijking minder snel gaat. De meeste landen met een hoog conflictrisico liggen in West- en Oost-Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Azië.

De industrielanden besteden aandacht aan de regio’s, maar dan vooral in het kader van de oorlog tegen het terrorisme en om de aanvoer van olie en aardgas te verzekeren. Veel rijke landen geven ontwikkelingsgeld uit aan gezinsplanning en initiatieven om meisjes en vrouwen een betere toegang tot onderwijs te bieden. Maar onder druk van de anti-abortusbeweging heeft de Amerikaanse regering de kraan dichtgedraaid voor hulporganisaties en gezondheidsinstellingen die zich onvoldoende distantiëren van vruchtafdrijving. Daardoor zijn programma’s voor gezinsplanning in veel Afrikaanse en Aziatische landen in problemen gekomen.

En dan de landbouwsubsidies. Japan, de EU en de VS pompen massa’s geld in hun landbouwsector. Wat de wereldmarktprijzen doet dalen en miljoenen kleine boeren in de ontwikkelingslanden dwingt hun akkers te verlaten en naar de steden te trekken. [Waar al een groot, gefrustreerd leger aan jongvolwassenen met onvoldoende werk rondhangt.]

Geboortebeperking als redding

Kenia, 2005. Ik zit in ons kantoor in Nairobi en Esther, mijn hoogopgeleide Keniaanse collega is aan het woord. Ze wil er niet meer. Ze heeft er nu wel genoeg. Drie kinderen heeft zij gebaard. De inwonende hulp zorgt voor de kleintjes terwijl zij en haar man werken. Met hun gezamenlijke inkomen kan het stel de kinderen een mooie toekomst bieden. Maar haar familie loopt haar continu te pushen om er meer te krijgen. Esther peinst er niet over. Genoeg is genoeg. En haar man vind het zo ook wel best.

Diverse vrouwelijke Keniaanse collega’s knikken en hummen instemmend. En lachen met veelbetekenende blikken. Zij weten waar Esther het over heeft. Ook zij hebben keihard gewerkt om de positie te bereiken die zij nu hebben. Toch, zie je maar eens te onttrekken aan de dwang van tradities van familie die is achtergebleven op het platteland.

Geboortebeperking, of beter gezegd familieplanning, is vaak een ondergeschoven kindje in landen waar men met armoede kampt. Dit speelt in delen van Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Het vergt een grote omschakeling in denken, vooral op het platteland. Eeuwenlang werd een grote kinderschare als weelde gezien. In traditionele gemeenschappen is dat nog steeds zo, terwijl de wereld eromheen niet stilstaat. Maar een grote kinderschare leidt tegenwoordig vaker tot armoede en conflicten.

In alle werelddelen heb je vooruitstrevende mensen en groepen die minder snel vooruit komen. Om welke reden dan ook. Overal leven mensen die iets van huwelijk willen maken en om hun kinderen geven. Zolang alles goed gaat, is er misschien weinig aan de hand. Maar bij problemen zijn vrouwen gewoonlijk slechter af dan mannen.

De gebruiken verschillen per stam, maar hier volgt een concrete situatie uit ruraal Oost-Afrika. Wanneer je vader bent van een paar kinderen, heb je goedkope werklieden voor op het veld, herders om je kudde te weiden, hulpjes om de oogst te verwerken en vertrouwelingen die voor je zorgen op je oude dag. Ben je vader van veel kinderen, dan is je status bij je maten gegarandeerd. Heb je als vrouw veel kinderen, dan geven zij ook jou status, maar draag je eveneens een flinke last. Want in veel plattelandsgemeenschappen ben jij degene die ze moet voeden, kleden en hun schoolgeld betaalt. Dat zijn niet de taken van pa.

De vader brengt bij zijn huwelijk een stukje land in dat jij als vrouw de rest van je huwelijk mag bewerken. Dat huwelijk geeft jou toegang tot land en een middel van bestaan. Zorg jij voor een goede oogst, dan kan je daar mooi de schooluniformen van betalen. Maar heb je toevallig de verkeerde echtgenoot getroffen? Dan heeft je man het volste recht om met de oogst naar de markt te gaan en al het geld voor zichzelf te houden.

Het wijkt nauwelijks af van Europa honderd jaar geleden. Toen moesten arme vrouwen van fabrieksarbeiders op betaaldag hun man onderscheppen voordat hij het café indook en al het geld opzoop. Excusez le mot. Het stemrecht voor vrouwen kwam bij ons pas in 1917.

Terug naar Afrika. Word jij in een patriarchale samenleving weduwe, dan ontstaat er een lastige situatie. Je mag hopen dat je een zoon hebt die de grond van zijn vader erft. Zo niet, dan gaat het eigendom waarschijnlijk naar de broer van je overleden man. Dit kan nogal vervelend uitpakken. Want als de zoon of de broer die grond volledig voor zijn eigen gezin opeist, zal jij als berooide weduwe moeten opkrassen. Ik verzin dit niet. Het is de realiteit anno 2014 op het platteland in Kenia.

Wat ik maar wil zeggen: een grote kinderschare is van oudsher in het voordeel van vaders in patriarchale samenlevingen. De moeders zijn afhankelijk van de welwillendheid van hun zonen. Mede daarom voeden Marokkaanse moeders hun zonen tot prinsjes op. Deze uitspraak komt van Ayaan Hirsi Ali. Zij komt zelf uit een traditionele samenleving. Ook het volgende zal ik niet licht vergeten. Een vrouw uit het Midden-Oosten vertelt trots hoeveel kinderen zij heeft. Wel zes. (Zonen. Plus vier dochters, maar die zijn het vermelden niet waard.)

Kinderen en vrouwen zijn een soort productiemiddelen in rurale patriarchale samenlevingen. Vraag je wat vrouwen zelf willen, dan ontstaat er een ander beeld. Ja, ook zij zijn trots om moeder te worden en zij houden van hun kinderen. Maar als ze de keuze hebben, vinden ze vier of vijf kinderen meestal wel genoeg. Slechts een enkeling kiest bewust voor een kinderschare van tien of twaalf. Dat is in hedendaags Barneveld net zo.

Hoge kindersterfte en verzekering van de eigen oude dag spelen een rol bij de wens om voldoende kinderen te krijgen. Economische ontwikkeling, scholing, hygiëne, voorlichting, beschikbare gezondheidszorg, overheidsbeleid en wetgeving zijn hierop van invloed. Inmiddels loopt de kindersterfte wereldwijd terug. Al gaat dat in sub Sahara Afrika aanzienlijk langzamer dan in andere regio’s. Toch zijn er meerdere uitzonderingen. Zoals Saoedi-Arabië, waar ondanks welvaart en medische zorg het geboortecijfer zeer hoog blijft. Niet geheel toevallig is de positie van vrouwen daar bijzonder zwak. Even schrijnend is de situatie in Pakistaan en Afghanistan, waar mannen niet altijd bereid zijn om geld aan zorg of scholing voor vrouwen te besteden.

Vrouwen uit de laagste klassen weten welke last er op hun schouders drukt. Ze moeten die kinderen zelf ter wereld brengen. Door huwelijken op zeer jonge leeftijd en door zwaar werk ontstaan complicaties bij zwangerschappen en bevallingen. In Holland trouwden arme vrouwen eeuwenlang wel boven hun twintigste. Vergeleken met Afrikaanse en Arabische kindbruidjes scheelde dat al gauw vier zwangerschappen. Zonder medische voorzieningen lopen meisjes en vrouwen een reëel risico bij elke bevalling. Met fistels en incontinentie, handicaps of sterfte tot gevolg. Of mogelijk verstoting door hun man. De mannen van kindbruidjes zijn gewoonlijk veel ouder, en vaak is zij zijn tweede of derde vrouw.

Hebben ze in ontwikkelingslanden dan geen liefdevolle relaties? Natuurlijk zijn die er genoeg. Maar het punt is dat vrouwen in veel patriarchale samenlevingen zijn overgeleverd aan de willekeur van mannen. Wetgeving is er zelden in het voordeel van vrouwen. Het maakt weinig uit of wetten zijn gebaseerd op stamrecht, religie of nationale jurisprudentie. De meest dramatische toestanden ontstaan bij scheidingen (vrouwen verliezen bijvoorbeeld zeggenschap over hun kinderen), verdeling van bezit en erfrecht (verlies van inkomen en bestaanszekerheid).

Het is trouwens een dooddoener om te stellen dat de Islam voor overbevolking zorgt. Kijk naar het grootste Islamitische land ter wereld. In Indonesië promoot de overheid wel degelijk familieplanning. Op billboards langs de weg staat overal het ideaal: papa, mama en een paar kinderen. Het is maar net welke leider er aan de macht is. Anderzijds is geboorteplanning versus gezinsuitbreiding inzet van politieke machthebbers om tegenwicht te bieden aan groeiende minderheden. En dan was er nog een paus die het gebruik van condooms verbood. Lekker handig nu half zuidelijk Afrika HIV is geïnfecteerd.

Dit alles heeft weinig te maken met specifieke wensen van vrouwen. Politieke machthebbers, rechters, stamoudsten, geestelijke leiders en legeraanvoerders zijn overwegend mannen. Zij maken de dienst uit en hebben meestal een belang bij behoud van de status quo.

Wereldwijd wil vermoedelijk wel degelijk een groeiende groep mannen minder kinderen. Dat blijkt al uit landen waar het geboortecijfer is gedaald. Evenals in Europa zijn hoogopgeleide paren voorlopers op dat gebied. De middenklasse ziet dat ze een betere toekomst aan kroost kan bieden, wanneer ze het aantal kinderen beperkt. Wat armere mannen vaak in de weg staat, valt te lezen op ipsnouvelles.be.