Schilderen met waterfoto’s doe ik graag. Voor een surrealistisch effect is het najaar ideaal. Mijn favoriete werkterrein is de vijver van Regina Pacis in Arnhem. Het werkt heel eenvoudig.
Maak een foto van een waterpartij waarin bomen of andere zaken weerspiegeld zijn.
Vergroot de foto en ga op zoek naar het verborgen abstracte schilderij.
Maak een uitsnede van het mooiste of het meest kunstzinnige deel. Doe dat tot op de millimeter nauwkeurig.
En toon je schilderij vervolgens op je blog of website:
Abstract waterfotoschilderij
Op dit waterfotoschilderij staat een detail uit de rechterbovenhoek van de getoonde waterpartij, een kwartslag gedraaid. Deze techniek pas ik sinds 2019 regelmatig toe.
Voor een alternatieve kijk op zaken beveel ik eveneens de volgende logjes aan:
Op 30 september 2022 in de Renkumse Jufferswaard. Spinnenwebben op een bramenstruik langs de Rijn. Door de zon belicht.
De uiterwaard daar, met zijn ruïnes van een oude steenfabriek, was een belofte die nu ingewilligd is.
Ik liep er na afloop van een gesprek, waarin eindelijk is toegegeven dat er fouten zijn gemaakt. Drie jaar na dato weliswaar. Omdat ‘opgeven’ niet in mijn woordenboek staat.
Momenteel hou ik evaluatiegesprekken met alle organisaties die direct of indirect een rol in de kwestie hebben gespeeld. Omdat ik vind dat zij moeten weten, moeten beseffen, wat het onwenselijke nevenresultaat van hun hulpverlening aan die ander is geweest. Een stukje bewustwording dus.
Ik weet wat mijn allersterkste drijfveer is. Het is er een die ik van mijn Waalse hugenotenvoorouders overgeleverd gekregen heb. Het is sterker dan mijzelf.
Framing in positieve vorm van het Stille-Zuidzeelicht op een kaal station
Stephan Sanders rept in de Volkskrant over een identiteitenstrijd. Termen als ‘wit’ en ‘blank’ staan ter discussie, net zoals voormalige helden van de VOC. Stel, je schrijft dat een dronken Belgische man een Nederlandse vrouw aanrijdt. Dan is de vermelding van nationaliteiten overbodig. Benoem je ze toch, dan doe je aan framing. Daarmee plaats je alle Belgen in het verdachtenbankje. Vergis je niet. Met framing doen we zowel de ander als onszelf tekort.
Dat we een aantal zaken en termen grondig herzien, prima. Maar blijf even nadenken. Framing is van oorsprong een overlevingsstrategie. We schatten mensen bij een eerste kennismaking direct in: te vertrouwen of niet. Daarna vormen we ons snel een beeld van iemand: vriendelijk, dominant, passief, actief, enzovoort. Dan is dat alvast duidelijk en kunnen we verder. Een probleem is wel dat oude indrukken vrij hardnekkig blijven hangen. Zelfs al wijzen latere ervaringen bij nader inzien op iets anders.
Deze week had ik ontmoetingen met diverse onbekenden. Stuk voor stuk verrasten ze mij, bij nader inzien. Een gespierde militair bijvoorbeeld, met zo’n crew cut kapsel. Wat blijkt? Hij doet er ook ICT-werk voor schoonheidsspecialisten bij. Of een man uit de bouwsector. Die verzucht dat het zo’n ouderwets mannenbolwerk is. Hij wil graag parttime werken, maar daar begint zijn werkgever niet aan.
We zijn allemaal geïndoctrineerd door opvoeding, opleiding en oude ervaringen. Dat ‘allemaal’ betreft hier ook de andere partij. Stephan Sanders heeft een kleurtje. Voor hem is de zwart/wit-kwestie mogelijk wat gevoeliger dan voor mij. Maar ik heb in het buitenland evengoed met framing te maken. Vooral in armere landen. Hoe donkerder de bevolking, hoe sterker het speelt.
In Afrika is het moeilijk om met lokale inwoners gelijkwaardige vriendschappen op te bouwen. Tenzij ze een universitaire opleiding hebben genoten. Want ik ben wit, of blank zo je wilt. Een muzungu. De eerste barrière waar ik doorheen moet, is het beeld van een wandelende portemonnee. Het tweede beeld dat ik soms moet doorbreken, is dat ik geen mistress ben. In de betekenis van bazin. Alsof je het als blanke automatisch beter weet dan zij, en dus de leiding moet nemen. Geen van deze beelden doen recht aan mij. In Nederland poets ik gewoon zelf de wc.
Let wel, er zitten voordelen aan een white woman privilege. Deuren gaan letterlijk voor je open, terwijl die voor lokale inwoners gesloten blijven. Zoals de deuren naar een bar en het zwembad van een vijfsterrenhotel waar je zelf niet verblijft. Dat is wrang, maar nog tamelijk onschuldig. Het wordt een probleem als de plaatselijke bevolking hierdoor naast kansen grijpt. Zoals wanneer mensen geen nuttig netwerk kunnen opbouwen, puur door wie of wat ze zijn. Toch kent ook ons land barrières. Ik kom evenmin zomaar bij een Rotary Club binnen.
Het kan anders. Neem deze spontane ontmoeting in het Arnhemse alternatieve circuit. Een 18-jarige jongen met Antilliaanse gelaatstrekken zit aan tafel met een 35-jarige Marokkaan. Ze eten en ze drinken allebei bier (!) Ik ken hen niet en schuif met een vol bord aan. We praten over wat we doen. Daarbij denk ik aan werk, maar mogelijk hebben zij het over hobby’s. Dat blijft in het midden. De Antilliaan is voetballer. De Berber is hiphop danser. Als je zonder nadere omschrijving foto’s van deze twee krijgt, wie zie je dan aan voor hiphopper?
(Dit logje uit januari 2018 is onlangs bij de sloop van mijn blog gewist. Het blijft relevant, vind ik, en daarom publiceer ik het opnieuw.)
Hortensia’s zijn maar saaie uitslovers, vinden sommige mensen. Insecten hebben weinig te zoeken bij de bloemen, want de meeste soorten zijn steriel. Zelf vind ik hortensia’s prachtig. Ik laat de uitgebloeide bloemen tot het voorjaar aan de struiken zitten. Dan bieden deze parasolvormige bollen tijdens de winter beschutting aan insecten en aan nieuwe knoppen. Tussen de uitgebloeide bloemen valt van alles te ontdekken. Zie bovenstaande foto van een oude bloem met ragfijne blaadjes. Alleen de nerfjes zitten er nog aan. De vorst heeft ze vannacht rijkelijk besuikerd. Kijk je met aandacht naar deze struiken, dan verrassen ze je het hele jaar door met de sierlijkste details.
Zet een stap over de grens en het landschap verandert subtiel. Verrassend genoeg is het straatbeeld aan Duitse zijde wat rommeliger dan hier. Neem deze asfaltweg tussen Gildehaus en Bad Bentheim. Die is plek voor plek gerepareerd. In Nederland zou dit wegdek gelijk over de volle breedte zijn geasfalteerd.
Maar dergelijk lapwerk heeft zijn charme. Deze weg is zelfs omgetoverd tot een waar kunstwerk! De langwerpige en hoekige vormen passen perfect bij het abstracte werk van De Stijl. Misschien is dit wel zo gedaan in navolging van Mondriaan.
Hier blijkt hoe wonderlijk ons associatieve geheugen werkt. Want ik heb iets dergelijks aan het begin van het Marskramerpad gezien. Deze Duitse weg is onderdeel van datzelfde pad; een wandelroute van Bad Bentheim naar Scheveningen. In 2004 liep ik voor het eerst een traject met twee vrouwen mee. Zij liepen in omgekeerde richting en ik haakte in Leiden aan.
Wanneer je vanaf Leiden Centraal de aanbevolen route volgt, kom je vanzelf over het Kort Rapenburg. En juist daar is nabij de Blauwpoortsbrug in het wegdek een mozaïek van De Stijl aangelegd. Wat frappant dus, om hier zoveel jaar later in Duitsland aan te worden herinnerd, op de allerlaatste etappe van dit Marskramerpad.
Bron afbeelding: Erfgoed Leiden en Omstreken, maker tekening Joost Verhaar, Gemeente Leiden – Tekenkamer, Herinrichting logo ‘de Stijl’ 2008, licentie.
Wat is nu eigenlijk kunst? Als ik in Italië ben, vind ik bijna alles mooi. Goudbrokaat en zijdefluweel: ze houden van hetzelfde materiaal. Dan Nederland. Hier houden mensen van Piet Hein Eek, moderne kunst en industrieel. Alleen denk ik daarbij: ‘Mwah, kweenie. Is dát nou kunst? Is dit nou mooi? ’t is zo simpel en zo rechtlijnig allemaal. En vooral zo káál.’
Vandaar die twijfel. Neem bovenstaande foto van beukenblaadjes. Is dit elegant? Of valt dit in de kitsch categorie van zo’n orchideeëntak op de vensterbank van een Chin.-Ind. Restaurant?
Dan de foto hieronder met enkele blaadjes in het ijs. Beeldt je eens in dat het een close-up is van een schilderij. Een steeltje en een puntje piepen speels boven het gladde oppervlak uit. Rembrandt zou dat steeltje met één kunstige dikke streep precies zo hebben gemaakt. En mind you, hij en ik zijn allebei van geboorte Leids. Dan moet dit wel kunst zijn, toch?