
Ogenschijnlijk was er geen verband. Op een dag zag ik een emmer staan naast de panelen op het platte dak. Er was dus iemand geweest, hiernaast. Kennelijk waren de panelen gewassen en ontdaan van Saharazand. Bruin zand.
Het was ochtend, een paar weken later. Ik lag in bed en was net wakker. Ik moet naar de schoorsteen kijken, dacht ik. Out of the blue. Het was een volkomen geïsoleerde gedachte. Er was geen enkel verband met wat ik even daarvoor had gedacht of met wat ik die dag nog ging doen. Toch moet mijn onderbewustzijn een link hebben gelegd met een andere waarneming, die al bijna in vergetelheid was geraakt.
Ik moet op zolder gaan kijken naar de schoorsteen en naar de woning-scheidende wand. Binnen, onder het dak. Waar dat grenst aan het dak van de buurman. Die slang.
Soms werkt intuïtie als een waarschuwingssignaal vanuit je onderbewustzijn. Dan besef je pas achteraf hoe je op een bepaalde gedachtegang kwam. Soms blijft intuïtie onverklaarbaar. Maar ook bij de uiterst zeldzame, volkomen onverklaarbare voorvallen heeft intuïtie mij altijd beschermd.
En? Klopte de intuïtie?
Ja.
Want?
Want er was wat aan de hand. Over de details kan ik hier niet schrijven, maar ik vond het heel sterk dat ik die gedachte als ingeving had gekregen.
Ok, dan begrijp ik het.
Je zesde zintuig, intuitie. Dat waarschuwt. Goed opletten dus.
Zeker, en serieus nemen.
Heel benieuwd was er iets met de schoorsteen?
Inderdaad.
Mijn intuïtie vertelt mij dat je het niet gaat zeggen wat er aan de hand was.