
Voor deze foto heb ik moeten zoeken naar de juiste bewoording. Want hoe noem je deze situatie? Rijdt de trein hier door een dal, door een geul, of door een kuil? De zogenoemde Spoorkuil in Nijmegen zou ik eerder een vallei noemen, terwijl ik een dal associeer met iets wat gevormd is door de natuur. Dat is hier niet het geval, dus blijft over: een geul. Maar ‘spoorgeul’ komt op het internet nauwelijks voor. Het gaat mij specifiek om de schuin oplopende hellingen; die heten officieel ‘taluds’. Ook deze meervoudsvorm heb ik opgezocht, want hoe vaak gebruik je nu zo’n woord? Ik nooit.
Lang verhaal kort: Wikipedia weet raad. Het talud (van het Franse talus = helling), ook wel: beloop, is het bouwkundig aangelegde schuine vlak langs een weg, spoor, watergang, dijk, naar een brug of tunnel waarmee een hoogteverschil wordt overwonnen tussen bouwwerk en maaiveld. Een talud kan een ophoging zijn of een ingraving.
Een ingraving dus. Klaar.
(Klik desgewenst op de foto voor een vergroting.)