
Het lijkt een raadsel waarom mensen te weinig afstand houden, ondanks het coronavirus. Toch zijn daar verklaringen voor. Per toeval stuit ik op het zes jaar oude log Een beetje afstand houden. Daarin beschrijf ik dat het kan samenhangen met cultuur. Of komt het door een posttraumatische stressstoornis, zoals ik bij vergelijkbaar gedrag in Het is oppassen geblazen concludeer?
Enig spitwerk door de geschiedenis van Raam Open levert meer toepasselijke logjes op. Ze gaan over actuele en praktische zaken. Zoals sociaal ongemak bij verkoudheid, prangende computerperikelen en onze behoefte aan telefonisch contact. Verder zijn er beschouwende teksten over gemoedsrust en over begrenzing van vrijheid. En voordat je situatie onverhoopt kritiek wordt: denk tijdig aan een testament.
- Verkouden. Het sociale dilemma van een besmettelijke ziekte.
- De essentie van vrijheid. ‘Kennelijk zijn regels nuttig, ook al lijken ze vrijheid te beperken.’ Goh, wat een wijze woorden, al zeg ik het zelf.
- Leven zonder mobiele telefoon. Kunnen we het ons nog voorstellen?
- Tien voordelen van thuiswerken. Waar zo’n crisis al niet goed voor is.
- Zwart scherm. Dit is nu vast je op-een-na grootste vrees.
- Je geluk zoeken op Marktplaats. Volgens nieuwsberichten ruimen we allemaal tegelijk op.
- Testament als laatste afrekening. Neem de tijd om bij belangrijke zaken stil te staan.
- Spoed op maandagochtend. ‘Heb je haast, ga dan zitten.’ Bedoeld ter bezinning.
- Gemoedsrust door aanvaarding. Dit werkt voor mentaal welzijn in een situatie die je niet kunt veranderen.
- Thuis is … Eigenlijk is semi-huisarrest voor een tijdje best fijn, toch?
Een eerste reactie: mijn smartphone gaat de deur uit (maar er komt wel een ‘domme’ mobiele telefoon voor terug – dus nee: ik kan en WIL denk ik niet meer zonder). Al je linkjes ga ik de komende dagen eens lezen, tussendoor
Leuk, dat teruglezen. Het een leidt weer tot het ander.
En nee, er is (bijna) geen leven meer zonder smartphone.
In cursussen noemde ik als één van de kenmerken van een psychose dat psychotische mensen vaak om veel afstand ‘vragen’: nabijheid is bedreigend. Zie jouw verklaring bij PTSS. Je bent constant alert.
Om diezelfde reden lijkt indirect contact (zoals via de smartphone) soms toch te helpen bij het contact. Het is mooi dat die middelen er zijn! Maar je kunt ook bijna niet meer zonder smartphone, gewoon omdat veel bedrijven er vanuit lijken te gaan dat iedereen inmiddels zo’n ding heeft. Ik ken mensen die er perse niet één willen hebben: dat wordt voor hen lastig.
Ieder voordeel heb zijn nadeel, denk ik.
Een ander thema: Er wordt nu gevraagd of ik mijn cursussen op beeld kan zetten. Op afstand dus. Ik leefde altijd van de interactie, dat ga ik missen. Maar ik denk ook dat een deel van de cursussen ook niet alleen op afstand gegeven kan worden.Dat kan wel met louter eenduidige kennis, maar niet bij een vak dat leeft van interactie. Gaan we na de Coronacrisis massaal over op digitale lessen? Veel minder leerkrachten nodig…
Leuk om te zien vanuit welke invalshoek jij diverse elementen uit het bericht oppakt.
Om bij de cursussen op beeld te beginnen: ik hoop en geloof dat interactie altijd nodig blijft bij de overdracht van leerstof. Misschien worden de digitale middelen daar wel steeds beter op afgestemd in de toekomst. Als een les uitsluitend bestaat uit luisteren naar de docent, kun je bij wijze van spreken evengoed een leerboek lezen. Specifieke vragen kunnen stellen en beantwoorden beschouw ik als een waardevol onderdeel van kennisoverdracht.
Wat PTSS betreft: in het logje Het is oppassen geblazen concludeer ik (als leek): ‘Een posttraumatische stressstoornis kan blijken uit extreem roekeloos gedrag in het verkeer.’ Hiermee bedoelend dat iemand met PTSS de kans op een botsing in de beschreven situatie juist niet uit de weg gaat. Hoe zie jij dit?
Tweede reactie (mag dat?) Ik heb genoten van het lezen van je terugblikken. Hopelijk hebben meer mensen dat gedaan. Wijze woorden vaak, niet alleen bij ‘de essentie van vrijheid’.