‘Ik weet nog steeds niet wat ik zal worden als ik later groot ben.’ Dit zei mijn oud-collega, een vijftiger in 2015, toen we elkaar toevallig tegenkwamen. Zijn opmerking is en blijft een feest van herkenning. Want gisteren nog kon ik mij ternauwernood bedwingen. Ik had bijna iets zeer gênants op internet geslingerd.
Wellicht kwam het door mijn huis, waarin nu echt vrijwel al het kluswerk is gedaan. Of was het toch de invloed van Blue Monday? Hoe dan ook, ineens borrelde die ene onthutsende vraag op: ‘Wat zal ik nu weer eens gaan doen?’
Verveling. Eigenlijk had ik gehoopt op een meer verheven drijfveer. Maar dit is tenminste een begin.
[Hier stond een inmiddels verwijderde link naar een log met als titel: Waarom-vervelen-soms-heel-goed-is.]
De externe link naar het log heb ik verwijderd, omdat ik op mijn blog graag de regie hou over de links (zie reactieregels hierboven).
Toch bedankt voor het benoemen dat vervelen soms heel goed is. Daar ben ik het hartgrondig mee eens.
Ik denk dat een kern in je bestaan altijd van pas komt, het mag ook twee. Als je huis je geen structuur meer biedt, kun je overwegen een nieuw centrum van je universum te kiezen. Ik heb er heel veel positieve ervaring mee.
Zo’n positieve invulling zoek ik ook. Nu mijn huis staat als een … nou ja, wordt het tijd om de cirkel breder te trekken.
Structuur in een stuurloos leven is erg belangrijk. Denk eens na over wat je vroeger als kind leuk vond om te doen. Misschien zit daar een leuke hobby in? (Ik zeg maar wat, ben ook maar wat aan het klungelen hoor).
Ach, het ‘geklungel’ is duidelijk goed bedoeld. ‘Stuurloos’ benoem je vooral treffend waar het gaat om zoekrichting qua werk. Dit beschouw ik als een extra kern, waar Kees over schrijft.
Ik ben ook op zoek. Nog of weer, ik weet het niet eens. Komt wel goed.
Vroeg of laat vinden we het wel.
Mogelijks sluit ik me er “straks” gewoon bij aan.