Tijdens mijn zoektocht naar een ander huis passeren veel interieurs de revue. Ik vind vooral oudere panden aantrekkelijk. Bij een aantal daarvan smeekt de inrichting om een make-over. Zulke huizen zijn ideaal voor mensen die graag van de grond af opnieuw beginnen.
Aan bepaalde interieurs zie je direct dat er een man of een vrouw alleen woont. In een mannelijk interieur zie je veel leer, weinig kleur, prominent aanwezige apparatuur en zelden een plant. Bij een vrouwelijk interieur zie je meer subtiel geplaatste decoratie, zachte of vrolijke tinten en sfeerkaarsjes. Via meubels kan je ook de leeftijd van bewoners inschatten. Bij ouderen heeft de tijd soms wel veertig jaar stilgestaan. Terwijl een kinderkamer verraadt in welk groeistadium een gezin verkeert. Toch kan je je weleens flink vergissen.
Het interessantst zijn de woningen van mensen die maling hebben aan trends. Zij volgen hun eigen smaak. Gisteren toonde Man Bijt Hond een super slanke, geblondeerde en semi-geplastificeerde vrouw in haar enorme villa van kaal beton en glas. Elke ruimte bevat een zwart/wit design interieur. Ze vertelde trots hoe mooi elke ruimte galmt. Tja. Ik zit veel liever in een knus houten bungalowtje met jaren vijftig rotan stoeltjes en granieten gootsteen. Zo zie je maar weer hoe smaken verschillen.
Af en toe zit er echt iets bijzonders tussen. Je moet dan wel door de spullen heen kijken om de mogelijkheden van een pand te ontdekken.
Die groene keuken wil ik ook!
Ja, wat een knus en nostalgisch plaatje. Serieus, daar zou ik zo voor gaan als het bungalowtje minder afgelegen had gestaan.
Oh, van die lege galmdesignwoningen daar hou ik ook niet van.
Dat kan ik mij goed voorstellen. Ik vraag mij altijd af wat voor soort mensen zich in zo’n kil en kaal oord thuis voelen.
Die zijn vast heel warm van binnen….
Ah, natuurlijk, die dragen de warmte al bij zich. Maar hoe zit het dan met al die mensen in knusse huisjes?