Zoals vaker, wandel ik met een groepje mensen door een bosrijk gebied. Ik raak in gesprek met een vrouw van in de vijftig. We hebben ons zojuist aan elkaar voorgesteld en ze komt vriendelijk over. Wat al snel daarna opvalt, is dat zij van alles vreest. Zodra ik van het pad afwijk, roept ze bijvoorbeeld gelijk: ‘Pas op, het zit daar vol met teken.’ Aan elk onderwerp kleeft een gevaar, in meerdere opzichten. Binnen tien minuten buigt zij het gesprek naar ‘die buitenlanders’, in Nederland wel te verstaan.
Het is normaal om af en toe van gesprekspartner te wisselen. Dat doe ik ook. Soms loop ik even alleen van de omgeving te genieten. Aan het eind van de dag weet ze mij toch behoorlijk te verrassen. Want ze vertelt hoe onafhankelijk zij haar vakanties viert. Ze boekt een retourticket en een hotel voor de eerste nachten na aankomst. Voor de rest van de route vertrouwt zij op gegevens uit haar reisgids. Ik vind deze benadering best gewaagd voor iemand die bangig is.
Vanwaar die angsten? Ik weet het niet. Het voelt ongepast en ongemakkelijk om door te vragen. Vooral wanneer we als groep een kwartiertje in stilte wandelen. Na afloop zeg ik dat ik van zulke stilteperiodes hou. Stilte werkt haar echter op de zenuwen. ‘Dan ga ik nadenken.’, zegt zij.
Pingback: Vind maar eens een fijn wandelmaatje – Raam Open
Pingback: Verder kijken dan het eigen ik – Raam Open
Pingback: De noodzaak en luxe van rebellie – Raam Open